Tijdens een persconferentie eind november probeerden leden van de media, de aandacht van de regering en in het bijzonder van de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, te vestigen op de ernstige omstandigheden bij tehuizen voor zowel bejaarden als personen met een beperking en kinderen. Deze sector is verwaarloosd qua investeringen, subsidie, managementcapaciteit, personeel en de afname van giften en donaties, omdat de koopkracht van huishoudens het nauwelijks meer toelaat om iets voor een ander te doen. Service clubs, religieuze gemeenschappen en maatschappelijke organisaties hebben te maken met vergrijzing en verminderde betrokkenheid van bestaande leden. De concurrentie met sensatie, sociale media en video games, houdt veel jongeren weg van inzet voor de meest kwetsbaren in de samenleving.
Veel tehuizen, instituten in onze laatste decennia, hebben de deuren volledig moeten sluiten of hebben hun dienstverlening ernstig beperkt vanwege dit verlies aan capaciteit.
Onder de overblijvers, in het bijzonder onder de tehuizen in overheidsbeheer, circuleren klachten variërend van onleefbare omstandigheden en verwaarlozing, tot geestelijk, lichamelijk en seksueel misbruik. Prominente mediamakers worden benaderd en beschikken over rapportages en beeldmateriaal. Maar al langer dan een half jaar reageert het ministerie met bureaucratische, ingestudeerde antwoorden, maar niet met actie.
Minister Inez Pané probeerde in eerste instantie weg te komen met algemene beantwoording. Woordvoerder Jayson Saiman deed zijn uiterste best haar af te schermen van de aanhoudende vragen en de verontwaardigde toon van de mediamakers, enkele dagen nadat president Santokhi zichzelf als de grote bijeenbrenger van vrije pers en communicatief regeerteam had proberen op te werpen. Het appel aan de humaniteit van de minister leek na vijf lange minuten van afstandelijkheid eindelijk te resulteren in haar openheid om kennis te nemen van de beelden en melding te doen bij het Openbaar Ministerie.
Het mag natuurlijk duidelijk zijn wat er achter dit alles schuilgaat. De constante verwijzing naar ‘raden’ is de ministers manier van aankaarten, dat de spanningen tussen de VHP en de ABOP veel functies onbemenst hebben gelaten. Er ontstaat een vacuüm, en onbevoegden, onwelwillendheid en kwaadwilligen krijgen de ruimte hun meest sadistische driften te botvieren op weerloze kinderen en bejaarden. Het lot in een van de tehuizen is, in een maatschappij waar familiebanden nog enige betekenis hebben, meestal een teken dat er niemand in de eigen omgeving meer beschikbaar of in staat is, zorg te verlenen. De roofdieren die aan misbruik en machtsvertoon doen, ten koste van deze kwetsbare personen, weten dat bliksemgoed. Het is geen toeval, maar kwade opzet.
De kwetsbare groepen zijn het kind van de rekening van een inhumaan beleid en het bewijs dat een sociaal beleid, zoals het IMF al acht keer vastgesteld heeft, ontbreekt bij deze regering. Toch besteedt deze regering meer geld aan sociale uitkeringen, dan aan lonen van landsdienaren. Er is geen twijfel over dat sociale programma’s een haard zijn van fraude. Er lopen actieve onderzoeken naar door de autoriteiten en het is aanleiding geweest voor politieke spanningen en ontheffingen uit functies. Toch wordt niets stopgezet of omgebogen, maar worden lichtgewichten als kanonnenvoer voorgeschoteld aan de media om de vragen over dit beleidsgebied te pareren.
Mahatma Gandhi heeft gezegd dat de wijze waarop een maatschappij haar meest kwetsbaren behandelt, de maatstaf is van haar beschaving. En wij falen met het accepteren van deze misstanden, miserabel op dit moment.