Het Caribisch gebied en Latijns-Amerika hebben de nodige beproevingen en politieke schokgolven doorstaan. Dagelijks verlaten honderden personen alles wat ze hebben en iedereen die ze kennen, in de hoop op een menselijk bestaan en de kans om iets te doen voor de familie die achterblijft. Gastarbeiders uit China, Cuba, Haïti, de Dominicaanse Republiek, de Filipijnen, Brazilië, Venezuela, Pakistan en Bangladesh, vinden hun weg naar Suriname en doen hier werk, dat niet alle Surinamers bereid zijn te verrichten. Een groot deel van hen werkt dag en nacht om in leven te blijven en doet dat zeven dagen in de week. Huisvesting, zelfs in de uithoeken van de districten en aan de rand van Groot-Paramaribo en op de grens van menswaardigheid, kan al USD 200 kosten. Voor hun verblijfsdocumenten is men aan de staat al een bedrag van USD 500 per jaar kwijt, als men niet ten prooi valt aan corruptie, waarbij hogere bedragen dan dat, afgetroggeld worden.
Een Byzantijns doolhof dat zelfs Nederlandstaligen maar moeilijk kunnen doorgronden, staat ze te wachten, als ze het geduld en de oprechtheid hebben, om legaal arbeid te gaan verrichten, met de nodige status en vergunningen. De geliefden op afstand die verzorging nodig hebben, van kinderen tot aan bejaarde familieleden, wachten iedere maand op zelfs de meest kleine bijdrage die door de werkende gastarbeider verzonden kan worden. Ook daar moet men zich een weg banen tussen cash transferdiensten, cambio’s en hawala’s waarbij het zuurverdiende wegsijpelt, omdat men veelal in de positie van unbreakables terechtkomt. Men valt eenvoudig ten prooi van koppelbazen, profiteurs en partijen die uit zijn op misbruik in vele vormen. Als Surinamers hebben wij vanaf de Onafhankelijkheid tot de militaire periode en van SAP-tijden tot aan Bosje pina teng, allerlei redenen en omstandigheden gehad waaronder ook wij, vanwege de economische realiteit, have en goed moesten opbreken en elders opnieuw moesten beginnen. Genoeg van ons weten wat het is om op gesloten deuren te kloppen, met vooroordelen om te moeten gaan en vanaf nul te beginnen in een onbekende omgeving. Alles wat de samenleving en de overheid kunnen doen, om te zorgen dat kwalitatieve mensen met goede bedoelingen zich welkom voelen en een eerlijke kans op ontwikkeling tegemoet kunnen zien, zou op zijn plaats en menselijk zijn.