OVERHEID BLIJFT NEMEN VAN HET VOLK

GOVERNMENT TAKE (TAKE TAKE)

De minister van Financiën en Planning wenst niet met Facebook-trollen te rollen over de government take. Geen overwerkte, overspannen en geirriteerde reactie, maar zijn oprechte, staatsrechtelijke en constitutionele kijk op zaken, een grammetje eloquentie verwijdert van ‘no aks mi law law sani’. De oppositie heeft in De Nationale Assemblee om opheldering gevraagd en is door de minister net zo hard geschoffeerd als het Surinaamse volk zelf. De voorzitter van De Nationale Assemblee heeft het zijn hamer laten passeren, dat de minister beweerde de details van de government take niet te hoeven publiceren.

De hoofdzaak die niet uit het oog verloren mag worden, is dat artikel 155 van de Grondwet bepaald, dat belastingen slechts worden geheven krachtens de wet, dat die wet moet bepalen welke belastingdruk, welke tarieven, welke vrijstellingen, welke waarborgen aanwezig zijn. Dat is voor wat betreft de government take onduidelijk en de VHP heeft vanuit de oppositie, in september 2015 een motie ondersteund, die dit standpunt onderschrijft. Hoe kan men legaal vinden, wat men negen jaar eerder illegaal vond, door slechts de oversteek van oppositiebanken naar regeringszijde te maken?

Nadat De Nationale Assemblee heeft toegestaan op internationale overeenkomsten zoals de Final Investment Decision, de Chinalco-overeenkomsten en de China-schuldherschikking eerste fase, ongrondwettelijk buitenspel te worden gezet, staat men toe ook op het gebied van belastingen, als spek en bonen te worden behandeld.

De minister beweert in zijn toespraak aan het einde van de behandeling in de eerste ronde van de suppletoire begroting, dat de government take bestaat uit consentrecht, statistiekrecht, invoerrecht, provisiekosten en belastingcomponenten, maar heft hier ook nog BTW, Belasting over de Toegevoegde Waarde, op. Belasting over belastingbedragen heffen is illegaal en bestaat nergens ter wereld. Maar er is met de verschillende componenten ook geen enkele ‘waarde toegevoegd’.

Invoerrecht bestaat niet op brandstof van de Surinaamse raffinaderij. Dus dat kan niet in een uniform governmenttaketarief zitten voor alle brandstofhandelaren. Maar de brieven met het tarief worden wel aan alle handelaren verstuurd zonder onderscheid van ingevoerde en lokaal geraffineerde brandstof.

De werkelijkheid is, zoals de minister zelf te kennen geeft, dat 9 procent van zijn begroting samenhangt met de government take die de VHP negen jaar geleden nog niet vond kunnen. Dat de minister zich er achter verschuilt dat zonder de government take importen niet gegarandeerd zijn, is een zwak excuus. Ten eerste wilde zijn partij blijkbaar in 2015 met de motie die de waarheid bevat, nog niets ervan weten. Ten tweede is het de verantwoordelijkheid om te begroten en te besteden op een wijze die strategische importen waarborgt. Ten derde zou een van de maatregelen daartoe moeten zijn, om een wet voor te bereiden, die de government take dan voorziet van de vereisten conform de grondwet, zodat De Nationale Assemblee, de Staatsraad, de Sociaal Economische Raad en dus de Surinaamse samenleving, de kans krijgen factoren tegen elkaar af te wegen, transparantie en antwoorden af te dwingen en de politieke rekening te vereffenen met degenen die nu via de pomp, afsnoepen wat de regering niet toekomt.

More
articles