De publieke opkomst van Maya Parbhoe, voormalig gezicht van 597 Netwerken, heeft binnen een kort tijdsbestek veel stof doen opwaaien. Waar haar mening op verschillende podcasts en haar ‘onthullingen’ op sociale media haar in korte tijd tot een bekende naam maakten, lijken haar recente politieke ambities zowel verwondering als scepsis op te roepen. Het vertrek van Parbhoe uit 597 Netwerken, haar aansluitende politieke betrokkenheid, en haar wens om zichzelf als presidentskandidaat te presenteren, roepen naar onze mening, fundamentele vragen op over zowel haar intenties als haar geschiktheid.
Een van de meest recente besproken momenten in haar publieke carrière was haar interview met Dave van Aarde. Dit gesprek kreeg veel aandacht, vooral door de controverse die Parbhoe zelf uitlokte met scherpe uitspraken, zoals het beschuldigen van Ruben Del Prado van “mediageil”. Hoewel de provocerende aanpak haar duidelijk publiciteit opleverde, is het de vraag of deze strategie een geschikte basis vormt voor een serieuze politieke carrière.
De keuze van Parbhoe om zich binnen een jaar tijd zowel te associëren met 597 Netwerken en nu zeer recent met de Nationale Partij Suriname (NPS), roept twijfels op over haar vermogen tot consistentie en commitment. Politiek vraagt niet alleen om passie, maar ook om een duidelijke visie, langdurige betrokkenheid, en diepgaande kennis van complexe maatschappelijke problemen. Het abrupt overstappen naar een gevestigde politieke partij kan het beeld wekken dat haar betrokkenheid meer opportunistisch dan inhoudelijk is.Haar ambities om meteen de hoogste functie in het land na te streven, vinden wij eveneens geen realistisch streven. Hoewel die ambitie op zichzelf bewonderenswaardig is, lijkt het verstandiger om eerst ervaring op te doen binnen een partijstructuur, bijvoorbeeld door een positie in het parlement of een ministeriële rol. Het direct mikken op het presidentschap zonder aantoonbare politieke ervaring, kan overkomen als een gebrek aan respect voor de verantwoordelijkheden die deze functie met zich meebrengt.
Een ander punt van kritiek is de afwezigheid van een concrete beleidsvisie. Parbhoe spreekt weliswaar over verandering, maar blijft vaag over hoe ze de huidige problemen van Suriname wil aanpakken. Van economische wederopbouw tot sociale stabiliteit: het zijn uitdagingen die een diepgaande analyse en haalbare oplossingen vereisen. Haar huidige aanpak lijkt meer gericht op het genereren van publieke aandacht dan op het presenteren van inhoudelijke oplossingen.
Tot slot moeten opmerkingen over haar leeftijd en gender kritisch worden bekeken. Hoewel deze factoren geen doorslaggevende belemmeringen mogen zijn, benadrukken ze het belang van competentie en ervaring boven persoonlijke kenmerken. Als Parbhoe serieus genomen wil worden als presidentskandidaat, zal ze eerst moeten bewijzen dat ze de benodigde kwaliteiten bezit om effectief leiderschap te tonen. Wij adviseren Parbhoe: begin op een lager niveau, bouw een sterke politieke basis op en ontwikkel een gedegen visie. Alleen dan kan zij zichzelf en het Surinaamse volk laten zien dat haar ambities meer zijn dan luchtkastelen. De toekomst van Suriname vereist leiderschap dat zowel strategisch als duurzaam is. Parbhoe heeft de energie, maar het is nu tijd om deze te kanaliseren in realistische en constructieve politieke doelen.