Suriname is op twee landen in de regio na, koploper in het aantal tienerzwangerschappen. Tienerzwangerschappen in Suriname vormen al jaren een ernstig sociaal en economisch probleem, maar het blijft onduidelijk of de huidige beleidsaanpak, gericht op preventie en ondersteuning, werkelijk duurzame resultaten zal opleveren. Jaarlijks meldt slechts een klein aantal jonge moeders zich bij het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AWJ), terwijl de werkelijke omvang van het probleem waarschijnlijk veel groter is. De inzet van een multidisciplinaire werkgroep en de samenwerking met de IPPF zijn op zich positieve signalen, maar zonder duidelijke doelen en een concreet actieplan dreigt dit slechts een symbolische stap te worden.
Het ontbreekt het beleid aan een holistische aanpak die verder gaat dan alleen preventie. De focus op empowerment van tienermoeders is waardevol, maar leidt niet noodzakelijk tot een daling in tienerzwangerschappen.
Zijn er structurele maatregelen in de maak die zich richten op diepere oorzaken, zoals een gebrek aan voorlichting en beperkte toegang tot anticonceptie? Wordt er rekening gehouden met de sociaaleconomische omstandigheden die bijdragen aan de vicieuze cirkel van armoede en tienerzwangerschappen?
De integratie van nationale en maatschappelijke partijen lijkt essentieel voor een effectieve aanpak. Zonder brede betrokkenheid van alle relevante ministeries blijft de kans op succes beperkt. Daarom is een werkelijk nationale aanpak dringend noodzakelijk – een waarin zowel preventie, voorlichting, als structurele ondersteuning prioriteit krijgen.
Inkomensklassen
Onderzoeker Hans Rosling heeft in het boek: ‘Feitenkennis’ en via de website Gapminded verduidelijkt, dat de scheidslijn tussen rijk en arm, geen nuttig beoordelingskader is om de vooruitgang van huishoudens en van landen in te schatten en te stimuleren. Voor naties zijn de criteria ontwikkeld en ontwikkeld passend. Voor huishoudens zijn vier inkomensniveaus de beste graadmeter. Wereldwijd hebben, voor een aantal indicatoren, de inkomensklassen meer overeenstemming dan het verouderde klassenstelsel.
De hogere middeninkomens en grotere delen van de bevolking in ontwikkelde landen, passen gepland ouderschap toe. Met gemiddeld minder dan drie kinderen, een twee-inkomenshuishouding, een eerste geboorte na het afronden van een hogere opleiding, is men in de meeste landen in wereld in staat gezonde kinderen groot te brengen, in een veilige omgeving met de kans op een toekomst waarin zelfstandigheid bereikt kan worden.
De keuze, bewust of door onvoorzichtigheid, voor seksuele omgang in de jonge tienerjaren, slordigheid met voorbehoedsmiddelen en het voltooien van een zwangerschap, is vaak een eerste obstakel voor een jonge vrouw om zelfstandigheid te bereiken.
De maternale cultuur, de verwachting op basis van de omgeving en het voor-wat-hoort-wat gedrag dat begint te ontstaan rond jonge alleenstaande moeders, kan leiden tot meerdere kinderen van meerdere vaders, nog voordat de leeftijd van dertig jaar bereikt is. De kosten van verzorging gaan echter niet omlaag en de verdiencapaciteit gaat niet omhoog.
Een jonge vader die zijn verantwoordelijkheid onderkent, maakt zijn educatie misschien niet af en bereikt niet zijn volwaardig professioneel potentieel. Ook als hij wel zijn opleiding afrondt, ontneemt zijn deel van de opvoeding, dat zijn kans op de arbeidsmarkt en zijn concentratie op een carrière terugvallen.
Laagopgeleide intensieve arbeid is welkom in de goudvelden en op de rondhoutconcessies. Wat betekent weken aaneen afwezigheid van de gezinshuishouding met druk op de relatie en hiaten in de opvoeding. We hebben het nog niet over de verleidingen van snel geld in de onderwereld en alle gewelddadige en strafrechtelijke gevolgen daarvan. Het opgroeiende kind ziet het voorbeeld en wordt grootgebracht in die omgeving en is een generatie later, net zo onvoorzichtig, net zo ondoordacht en de vicieuze draaimolen kan opnieuw beginnen.
Studieplanning, carrièreplanning en gezinsplanning zijn geen toeval. Het zijn onderling gerelateerde keuzes die vooruitzicht, intentie en opoffering vereisen. Iemand kan alleen in de schaduw van een boom zitten, als iemand lang geleden beslist heeft een boom te planten. Zonder impulscontrole, heel vaak ‘nee’ zeggen en heel veel verstandige, langetermijnkeuzes, blijven we op persoonlijk niveau, op huishoudelijk niveau en op nationaal niveau vastzitten waar we ooit begonnen zijn.