SCHULDHERSCHIKKINGSLEUGEN ZOU TOT AFTREDEN MOETEN LEIDEN

Langer dan negen maanden nadat de mi-nister van Buitenlandse Zaken beweerde dat president Santokhi naar China afreisde om een schuldherschikking ‘te ondertekenen’, heeft de ondertekening daarvan volgens de minister van Financiën, pas midden november 2024 plaatsgehad.

Volgens de minister van Financiën zou het gaan om een bedrag van een half miljard USD. Die schuld bedroeg bij aanvang van de regeertermijn ruim één miljard USD. Het gaat dus om vrijwel vijf keer de omvang van de tweede Oppenheimer-lening. Voor negen lange maanden bouwde de hoofdsom met de grootste bilaterale schuldeiser verder op en de rentelast, iedere maand voort. Zelfs berekend tegen de rentestand van de Chinese Centrale Bank van 2 procent, ver lager dan de bilateraal overeengekomen rente, gaat het om een bedrag van USD 7.500.000,– wat ligt tussen de werkelijkheid en de destijds door de minister van Buitenlandse Zaken afgelegde verklaring. Voor context, een bedrag zo groot als de financiering in het PanAm-schandaal, probeert de regering nu voor de tweede keer te verzwijgen. Het woord van de hoogste diplomaat van een land is heilig. Het is de geloofwaardigheid van het land zelf. Daarnaast verplicht de Grondwet de regering binnen een maand na ondertekening van ieder verdrag of internationale overeenkomst, deze aan De Nationale Assemblee aan te bieden ter bestudering, instemming of afkeuring. Door begin dit jaar bezijden de waarheid te verklaren dat de schuldherschikking ondertekend was en drie maal de grondwettelijke periode, tegen een bedrag van minstens USD 7.500.000,– de onwaarheid te verzwijgen, heeft de minister van Buitenlandse Zaken ernstig de geloofwaardigheid van de regering, zijn ministerie en zijn ministerschap beschadigd, maar ook in strijd met de beginselen van de Grondwet gehandeld. Wereldwijd hebben ministers met een dergelijke portefeuille het veld moeten ruimen voor bescheidener indiscreties. Politiek bestuurlijk een functionaris handhaven die op deze wijze omspringt met het belang en het intellect van het Surinaamse volk, is onwaardig en zuiver partijpolitiek ingegeven.

R.B.

 

More
articles