Met de regelmaat van de klok komen berichten naar voren over frauduleus handelen. Recent verschenen berichten over dubieuze goudtransacties in Suriname. Of er enig wettig en overtuigend bewijs is, valt nog te bezien. Als (forensisch) accountants laten wij ons niet uit over de juridische aspecten van de bewijsvoering. Het meest recent is het bericht over Surinaamse stromannen (of strovrouwen) die heimelijk eigenaar zouden zijn van olietankers die voor de Islamitische republiek Iran olie zouden transporteren. Ook hiervoor geldt dat er wel sprake is van berichtgeving, maar of er wettig en overtuigend bewijs is, laten wij nu in het midden. Zaken die fraude betreffen en die wij liever duiden met het begrip ‘Financieel Economische Criminaliteit’ zijn in ieder geval actueel en relevant. Niet alleen in Suriname, maar overal in de wereld. Er is onduidelijkheid ten aanzien van het begrip fraude. Niet iedereen definieert dit op dezelfde manier. Daar komt bij dat het begrip fraude in veel landen ook niet als een strafrechtelijk delict wordt gezien. In het Surinaamse Wetboek van Strafrecht wordt fraude wel gedefinieerd in de artikelen 527b en 527c van het wetboek. Het gaat om actieve respectievelijk passieve fraude. Het betreft kortweg het bewust verstrekken van onjuiste gegevens (actieve fraude), of het nalaten van het tijdig verstrekken van de nodige gegevens (passieve fraude) ten aanzien van verstrekkingen of tegemoetkomingen. Wij gaan niet in op de juridische uitleg van en de jurisprudentie over deze artikelen. In de internationale wereld zijn het de accountants die het begrip fraude hebben gedefinieerd. Deze definitie is wereldwijd van toepassing en luidt: ‘Een opzettelijke handeling door een of meer leden van het management, met governance belaste personen, werknemers of derden, waarbij gebruik wordt gemaakt van misleiding teneinde een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen’. Fraude wordt bewust gepleegd. Je pleegt fraude niet per ongeluk en je weet heel goed wat je aan het doen bent. Fraude wordt in alle lagen van een organisatie gepleegd. Door het management, door de raad van commissarissen, door medewerkers en ook door derden. Die derden kunnen afnemers zijn, maar ook leveranciers. Je pleegt fraude om er iets aan te verdienen. Dat wat je verdient is onrechtmatig, of beter gezegd, het is wederrechtelijk. De verdiensten worden niet alleen verkregen door de wet te overtreden (onwettig), maar ook door algemene rechtsnormen te negeren (onrechtmatig). Je zult niet vaak fraudezaken in de rechtbank tegenkomen. Fraudezaken zijn financieel complex en sommige juristen hebben daarvoor een zekere mate van koudwatervrees. Als er al zaken in onderzoek worden genomen, dan duren deze onderzoeken lang. Er wordt vaak geworsteld met de juridische bewijsvoering omdat het doorgronden van een boekhouding en het begrijpen van bedrijfseconomische transacties nu eenmaal niet de kerncompetentie is van een rechter-commissaris en een officier van justitie. De zaak tegen de Surinaamse Postspaarbank en diens algemeen directeur is daarvan een voorbeeld. Dit is de reden dat het een goede zaak is wanneer justitie meer en nauwer gaat samenwerken met financieel forensisch specialisten. Dit leidt tot een betere financiële onderbouwing van het bewijs en tot een snellere afwikkeling.
Witwassen
Moeten we het over fraude hebben? In de afgelopen jaren is er in toenemende mate aandacht geweest voor een ander delict dan fraude. Het gaat om witwassen. Bij de wet van 5 september 2023 is het Surinaamse Wetboek van Strafrecht gewijzigd en is witwassen strafbaar gesteld in het commune strafrecht. De wetgeving op het terrein van witwassen is wereldwijd, en ook in Suriname, gebaseerd op de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF), die in het Caribisch gebied een eigen organisatie heeft, de CFATF (Caribbean Financial Action Task Force). Alle landen in de wereld worden geacht de aanbevelingen van de FATF in hun wetten op te nemen en deze ook te handhaven. Dit heeft consequenties voor het publieke alsook voor het private domein van de samenleving. Bij witwassen gaat het kortweg om crimineel verkregen geld.
Het kan ook gaan om andere stoffelijke voorwerpen, maar in dit verband beperken wij ons tot het geld. Crimineel verkregen geld wordt in de volksmond ‘zwart geld’ genoemd, ofwel geld waarvan de Belastingdienst niets weet en liefst ook niets te weten mag komen. Het geld is afkomstig uit criminele activiteiten, zoals handel in verdovende middelen, het omzeilen van embargo’s, mensenhandel en mensensmokkel, illegale wapenhandel en dergelijke (ondeugende) activiteiten. Criminelen verdienen daarmee veel geld, vaak in contanten (ofwel in chartale vorm). Met contact geld kun je niet zo heel veel, zeker niet in Europa en de VS. Je moet het dus op een bankrekening zien te krijgen, wat doorgaans nog wel lukt, tegen (forse) betaling van smeergeld. Maar, het storten van contant geld op een bankrekening wordt wel steeds moeilijker door de aangescherpte regels waar banken zich aan moeten houden. Fraude en witwassen zijn zeer nauw verwant aan elkaar. Voor witwassen gelden er vier bestanddelen die alle vier wettig en overtuigend voor de rechter moeten worden bewezen.
– Er moet een voorwerp zijn (doorgaans dus geld);
– De verdachte moet een handeling geheimhouden (in de wet staat ‘verhullen’);
– De verdachte moet weten, of redelijkerwijs vermoeden, dat sprake is van een strafbaar feit;
– Het voorwerp moet afkomstig zijn uit enig misdrijf.
Bij fraude gaat het doorgaans om een illegale handeling waarmee geld wordt verdiend. Het gaat dus om geld. De verdachte zal het illegaal verdiende geld doorgaans niet opgeven bij de aangifte inkomstenbelasting en dus wordt het geheimgehouden voor de Belastingdienst. Aangenomen mag worden dat de verdachte dit weet, of althans zeker het redelijk vermoeden moet hebben gehad dat dit niet deugdelijk is. En ten slotte, het doen van een onjuiste belastingaangifte is een fiscaal delict en een misdrijf. Een misdrijf is elk delict waar de rechter een gevangenisstraf voor kan opleggen. Omdat witwassen strafrechtelijk is gedefinieerd, komen juridische witwaszaken veel vaker voor dan fraudezaken. Het is ook zo dat fraudezaken niet afzonderlijk worden behandeld, maar steeds vaker als witwassen in juridische zin worden afgedaan.
Corruptie
Eenzelfde redenering als voor fraude kan ook worden opgezet voor corruptie. Hoewel actieve ambtelijke corruptie strafbaar is gesteld in art. 229 van het Wetboek van Strafrecht en passieve ambtelijke corruptie strafbaar in art. 426 van het Wetboek van Strafrecht is er toch een nauwe verwantschap met witwassen. Actieve corruptie is het omkopen van een ambtenaar. Passieve corruptie ziet op de ambtenaar die zich laat omkopen. Tevens is niet-ambtelijke corruptie (dus corruptie in het private verkeer) strafbaar gesteld in de artikelen 390a en 390b van het Wetboek van Strafrecht. Op corruptie staat in het Surinaamse strafrecht een maximale gevangenisstraf van vier jaar. Voor niet-ambtelijke corruptie kan maximaal drie jaar worden opgelegd. Corruptie is dus een misdrijf. Na iemand te hebben omgekocht, verkrijgt de verdachte een opbrengst. Je pleegt omkoping immers om eraan te verdienen. Dat je iemand hebt omgekocht blijft geheim (wordt verhuld) en dat je iemand omkoopt, weet je doorgaans heel goed. Met andere woorden: aan alle bestanddelen van witwassen wordt bij corruptie ook voldaan. Dit betekent letterlijk dat de officier van justitie een verdachte een dagvaarding kan sturen wegens de verdenking van corruptie en aanvullend ook wegens de verdenking van witwassen.
Containerbegrip
Het voorgaande maakt duidelijk dat witwassen in strafrechtelijke zin steeds meer een containerbegrip is geworden. In Europa is enkele jaren geleden de zesde Richtlijn te-gen witwassen van kracht geworden. Dit be-tekent dat alle EU-lidstaten de bepalingen van deze Richtlijn in de wetgeving moeten opnemen. In die zesde Richtlijn zijn 22 strafrechtelijke delicten opgenomen die gelden als ‘gronddelict’ voor witwassen.
De officier van justitie kan bij elk van deze 22 delicten aanvullend ook witwassen ten laste leggen. Zover is het in Suriname nog niet, maar…, in het Surinaamse strafrecht staat wel dat het voorwerp van witwassen afkomstig moet zijn uit enig misdrijf. Dit betekent dat Suriname een zogenaamd ‘All Crimes’ uitgangspunt hanteert bij witwassen en dat daarmee alle misdrijven in het Surinaamse strafrecht automatisch hebben te gelden als een gronddelict voor witwassen. Witwassen is daarmee een echt containerbegrip geworden. Nu nog de daad bij het woord voegen en tot gerichte strafrechtelijke vervolging en berechting overgaan.
Prof. dr. Peter Diekman RA, is forensisch accountant en hoogleraar aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Dr. Eric Mantelaers RA, is verbonden aan RSM Accountants en aan de controllersopleiding van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Beiden zijn verbonden aan de executive masteropleiding Financieel Forensisch Deskundige aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
door prof. dr. Peter Diekman RA en dr. Eric Mantelaers RA