SANERING VAN SURINAAMSE STAATSBEDRIJVEN

De staat Suriname houdt al heel lang veel staatsbedrijven ofwel parastatale bedrijven, die weinig of niets presteren en doorgaans niets bijdragen aan de staatskas. Meestal moet er in de vorm van staatssubsidie geld bij. Ook al heel lang roepen velen dat deze staatsbedrijven nodig gesaneerd moeten worden. Daar lijkt nu enig schot in te komen. Een werkgroep heeft de staatsbedrijven geïnventariseerd en advies uitgebracht over hun toekomst. Minister Stanley Raghoebar-sing van Financiën en Planning is aan de slag met de privatisering van de eerste staatsbedrijven.

Een staatsbedrijf is een bedrijf in handen van de overheid, vaak met rechtspersoonlijkheid zoals een stichting of een vennootschap. Bij een stichting is de staat bestuurder, bij een vennootschap is de staat (mede-)aandeelhouder. Een staat houdt staatsbedrijven voor de uitvoering van overheidsdiensten of om het maatschappelijk belang van de dienstverlening te beschermen. Denk hierbij aan nutsvoorzieningen (water, elektriciteit) en infrastructuur voor transport (luchthavens). Soms komen commerciële bedrijven door nationalisatie in handen van de overheid, om een faillissement te voorkomen. Centraal geleide economieën kennen veel staatsbedrijven, kapitalistische landen laten veel aan marktwerking over.

Het beleid van de Surinaamse overheid is ten diepste gestoeld op oude gebruiken van het voormalige koloniale bestuur. De bemoeienis met maatschappelijke, culturele en economische activiteiten is groot. De overheid heeft overal een vinger in de pap. Eén van de eerste initiatieven om plannen te realiseren is het institutionaliseren van een juridisch vehikel, een stichting of een vennootschap, met een missie, een visie en een bestuur of een directie. We zagen het de afgelopen jaren weer gebeuren met de oprichting van onduidelijke investeringsvehikels en zinloze diaspora-instituten. Omdat deze staatsbedrijven vooruitgeschoven posten zijn van de regerende partijen en bewindspersonen, worden functies toebedeeld aan relaties en vrienden, die niet-noodzakelijkerwijs beschikken over de benodigde competenties. De functies zijn aantrekkelijk vanwege de beschermde status van deze (semi-)ambtenaren. Wat er daarna met deze staatsbedrijven gebeurt is volstrekt onduidelijk. Er wordt, op een sporadische uitzondering na, geen verantwoording afgelegd.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS beoordeelde in 2023 het investeringsklimaat in Suriname en besteedde daarbij onder meer aandacht aan Surinaamse staatsbedrijven. Er zouden bijna 14.000 personen werkzaam zijn. Een volledig overzicht was niet publiekelijk beschikbaar, evenmin als financiële gegevens over de staatsbedrijven als geheel.

De staatsbedrijven worden bevoordeeld door de overheid met garanties, leningen en toegang tot land en grondstoffen, die niet voor particuliere bedrijven beschikbaar zijn. Tarieven van staatsbedrijven zijn lang niet altijd marktconform vanwege sociaal-politieke overwegingen. De Surinaamse overheid houdt zich niet aan de OESO-richtlijnen voor ondernemingsbestuur voor staatsbedrijven. Al in 2012 kondigde de regering een privatiseringsprogramma aan, dat sindsdien alleen leidde tot privatisering van Stichting tot Behoud van de Bananensector in Suriname in 2014. Er is geen beleid vastgesteld voor privatisering of openbare aanbesteding.

Een stuurgroep, bestaande uit Jim Bousaid, Glenn Gersie en Viren Ajodhia, kreeg als taakopdracht de staatsbedrijven te inventariseren en aanbevelingen te doen over privatisering of liquidatie. De stuurgroep heeft al in 2023 gerapporteerd en telde 163 staatsbedrijven, die vrijwel allen afhankelijk zijn van staatssubsidie en voor een groot deel geen maatschappelijk nut dienen.

De staat betaalt salarissen en pensioenen van bestuur of directie en medewerkers van die bedrijven. Veel directeuren van staatsbedrijven genieten een salaris dat veel hoger is dan dat van de president van het land. Alleen Staatsolie keert dividend uit. Deze middelen worden ten dele gebruikt om andere staatsbedrijven op de been te houden. De stuurgroep adviseert 30 staatsbedrijven te liquideren en 104 te privatiseren, waarvan 71 op termijn. De stuurgroep adviseert de staat de resterende 29 staatsbedrijven te behouden.

De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) vraagt de minister om een gestructureerde aanpak en een taakstellende planning voor de sanering. In het verleden zijn met behulp van Nederlands ontwikkelingsgeld tientallen staatsbedrijven in het leven geroepen of verworven, waarvan de meeste inmiddels zijn geliquideerd, op omvallen staan of met grote verliezen te kampen hebben. Overheidsbijdragen en subsidies drukken zwaar op de Surinaamse begroting en benadelen de private sector. De overheid moet zich niet langer bezighouden met gewone commerciële bedrijven en deze zo spoedig mogelijk overdragen aan de particuliere sector. Zorgvuldigheid moet ook worden betracht rond de afvloeiing van medewerkers, maar staatsbedrijven mogen niet in stand blijven voor verkapte werkloosheidsuitkeringen.

De lijst van staatsbedrijven is inmiddels gepubliceerd, onder vermelding van het advies van de stuurgroep voor deze bedrijven. Bij veel hiervan vraagt een weldenkend mens zich af waarom het nodig was deze ooit op te richten of te verwerven. Sommige staatsbedrijven zijn bedoeld voor overheidstaken, die ook door ministeries en ambtenaren kunnen worden uitgevoerd. Daar zijn geen aparte rechtspersonen voor nodig. Andere zijn bedoeld voor ontwikkeling van agrarische activiteiten en visserij. Dat kan grotendeels aan de markt worden overgelaten, waarbij de overheid, met haar ministeries en ambtenaren, de helpende hand biedt. De oplossing ligt niet in de oprichting van een stichting of een vennootschap.

De staat houdt ook veel belangen in commerciële bedrijven. In de praktijk werkt dat alleen maar belemmerend door de bemoeizucht van de overheid, waarbij niet het belang van het bedrijf en haar klanten en aandeelhouders voorop staan. Deze belangen moeten zo snel mogelijk worden geprivatiseerd. Een probleem daarbij is dat deze bedrijven door de overheidsbemoeienis dikwijls niet efficiënt opereren en niet rendabel zijn. Dan wordt privatisering een moeizame zaak, maar het gaat de overheid ook niet lukken om deze bedrijven wel efficiënt te laten opereren en rendabel te maken.

Mijn advies aan de Surinaamse regering is om vaart te maken met de sanering van de staatsbedrijven. Het duurde al veel te lang na publicatie van het rapport van de stuurgroep eer de regering in actie kwam. Nu moet slagvaardig werk gemaakt worden van de vervolgacties.

Hans Moison

More
articles