Internationaal kredietbeoordelingsbureau Moody’s heeft onlangs de inschatting van Suriname als geldlener omhoog bijgesteld, van ‘stabiel’ naar ‘positief’. Olie exploitatie en de investeringen in het GranMorgu project, vormen daar aanleiding toe, ondersteund door de reeks aan fiscale maatregelen die de regering voorafgaand hieraan heeft genomen. Afbouw van subsidies en introductie van BTW, hebben de verwachting geschept, dat de schuldenlast verder en verder zal afbouwen, rond eind 2024, naar iets meer dan de helft van het niveau ten tijde van de overname van regeermacht van de vorige regering.
Elk van de redenen genoemd in het rapport, is rechtstreeks gelinkt aan beslissingen die de regering en met name de monetaire autoriteiten, onder zware druk doorgevoerd hebben. Er is een lange weg afgelegd vanuit de positie, aan het einde van de regering Bouterse, waarbij ratingbureaus Suriname als dichtbij ‘default’ aanmerkten of geen rapportage meer over ons land wilden uitbrengen. De upgrade is een visitekaartje op een moment, dat Staatsolie de financiële markten op zal moeten gaan om bijna USD 2 miljard aan financiering te realiseren, voor maximale participatie in GranMorgu. Een uitdaging, omdat zowel Apache als TotalEnergies, grotere winstdeling in het project zullen genieten, zelf beursgenoteerd zijn en een breder scala aan potentie bieden, dan alleen hun Surinaamse aanwezigheid. De bedrijven zijn niet blootgesteld aan omstandigheden, waaronder een bloedverwant van een hooggeplaatste politicus, plotseling naar eigen inzicht, het land of het bedrijf kan gaan beïnvloeden zonder behoorlijke kennis van zaken. De upgrade zelf, maakt bestaande leningen herstructureren tegen lagere rente, mogelijk. Als tussenstop op weg naar een gezondere handelseconomie is de upgrade dus zeer welkom. Waar de ratingsbureaus niet over rapporteren, omdat dat hun werk niet is, is wat dit het gemiddelde Surinaamse huishouden allemaal gekost heeft. Het besteedbaar inkomen en de koopkracht van met name werkende gezinnen, zijn diep gedaald. Alleen de wissel-koersstijgingen hebben al een behoorlijk gedeelte van wat men met het inkomen kan, weggevaagd. De afbouw in subsidies heeft ertoe geleid dat een groot deel van het inkomen dat over is, rechtstreeks ingeleverd mag worden voor basisvoorzieningen. Bij iedere bestede SRD, krijg je maar 91 SRD cent aan product of prestatie terug, want 9 SRD cent gaat rechtstreeks naar de Belastingdienst. Leven onder de omstandigheden, waar de regering mooie rapportcijfers voor krijgt, is niet gemakkelijk. En vele malen zwaarder dan het in 2020 was.