Suriname treft voorbereidingen op olie-inkomsten en hervormt economie met IMF-steun

De Surinaamse overheid zet belangrijke stappen om het land te beschermen tegen economische schommelingen in aanloop naar een verwachte olie-inkomstenstroom. Minister van Financiën en Planning, Stanley Raghoebarsing, gaf onlangs aan dat het land zich voorbereidt op deze enorme toestroom aan middelen, terwijl het zijn economie heeft herzien met behulp van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). In 2028 zal een olieblok, dat beheerd wordt door het Franse energiebedrijf TotalEnergies, naar verwachting beginnen met produceren. Dit zou Suriname jaarlijks bijna USD 1 miljard kunnen opleveren, met potentiële stijgingen tot meer dan USD 3 miljard in de daaropvolgende jaren.

Herstelmaatregelen

Minister Raghoebarsing lichtte toe dat Suriname al eerder begon met voorbereidingen voordat olie-exploitatiebeslissingen waren genomen. De economie onderging een intensief herstelprogramma dat in 2021 werd opgestart met het IMF, een tijd waarin het land economisch worstelde. Dit proces bracht pijnlijke hervormingen met zich mee, maar met opmerkelijke resultaten: de economische groei zal naar ver-wachting 3% bedragen dit jaar, een sterk herstel van -2,2% in 2021. Het begrotingstekort is afgenomen tot ongeveer 1% en de schuldquote is met bijna de helft teruggebracht tot 78% van het BBP. Suriname beschikt nu over genoeg reserves om zes maanden import te dekken.

Oliebeheer

Met de verwachte inkomstenstroom wordt het beheer van de olie-inkomsten een uitdaging van formaat. Kredietbeoordelaars, zoals Moody’s, die de kredietwaardigheid van Suriname onlangs verhoogde, waarschuwen dat een ondoordacht gebruik van de nieuwe middelen kan leiden tot fiscale en economische instabiliteit.

Oud-Staatsolie-directeur Rudolf Elias benadrukt de noodzaak van planning om te voorkomen dat de verwachte meevaller averechts uitpakt.

Een investeringsfonds

Om de effecten van deze inkomsten te beheersen, heeft de overheid een staatsinvesteringsfonds opgezet. Hierin zal het deel van de inkomsten dat niet direct in de economie nodig is, worden bewaard om inflatie te voorkomen en stabiliteit te waarborgen. De overheid werkt daarnaast samen met de Wereldbank om beleid te ontwikkelen voor essentiële sectoren zoals onderwijs en gezondheidszorg. Raghoebarsing benadrukte dat de overheid, die nu een economie met beperkte middelen beheert, zich bewust is van de enorme verantwoordelijkheid die gepaard gaat met de toekomstige inkomsten: “We moeten weten wat we doen om problemen te voorkomen en deze unieke kans niet te verspelen.”

More
articles