Onderwijsminister Henry Ori heeft tijdens de behandeling van de Aanbestedingswet in De Nationale Assemblee (DNA), voorzichtig gesteld, dat het niet gegarandeerd is dat de scholen in het binnenland op 1 november starten. BEB-fractieleider Ronnie Asabina vroeg aandacht voor de scholen in het binnenland, die voor dit schooljaar nog niet geopend zijn. ‘’Alle kinderen in Suriname zouden toegang tot onderwijs moeten hebben. Van de minister wensen wij te horen of dat werkelijk zo is. Want het kan niet zo zijn, dat we in een land wonen en we zien dat de verdeling van het budget op een manier plaatvindt die wij onder de noemer van menselijke onwaardigheid kunnen plaatsen.‘’ Asabina stelde dat er geen begrip voor opgebracht kan worden, dat niet alle scholieren onderwijs kunnen genieten en dat de scholen een maand na 1 oktober nog niet kunnen starten. Ori voerde aan, dat zijn ministerie de afgelopen weken zoveel mogelijk betalingen heeft uitgevoerd met steun van het ministerie van Financiën en Planning. Maar hij kreeg maandagochtend van enkele boothouders met rekeningen bij de Finabank te horen, dat zij nog geen betalingen hebben ontvangen. Ori legde uit dat MINOWC alles eraan doet om op 1 november te starten. Echter kon hij daarvoor geen garantie geven aangezien het ministerie afhankelijk is van een heleboel zaken die het niet altijd volledig in handen heeft. Ori: ‘’Er is veel voorbereid, mijn team is dag en nacht bezig, maar ik zou vanuit mijn positie niet durven op dit ogenblik, deze dingen te garanderen.
Parlementsvoorzitter Marinus Bee stelde voor, een interdepartementale actie met ministers op te zetten, waarbij ook andere ministeries worden gemobiliseerd om te helpen. Hij riep de regering namens het parlement op, om alles in het werk te stellen, om 1 november nog te halen. Ori voerde aan, dat het ministerie er alles aan doet om de startdatum te halen, maar kon geen volledige zekerheid bieden. ‘’Daarom zeg ik heel voorzichtig: als blijkt dat de scholen niet kunnen starten op 1 november, ligt dit aan omstandigheden, waar we geen invloed op hebben‘’, aldus Ori.
NDP-fractieleider Rabin Parmessar stelde dat hoe sympathiek de minister ook over komt, het is de regering die hiervoor verantwoordelijk is. Steeds blijven herhalen, biedt volgens hem geen oplossing. Parmessar wees erop, dat er zoveel scholen zijn die vaak gesloten blijven, of met een ernstig gebrek aan leerkrachten kampen. Ebu Jones (NDP) wees erop dat er niet telkens gesteld kan worden, dat er geen middelen beschikbaar zijn. ‘’Laat de president minder reizen en voorkom, ook dat er in Nickerie gunningen plaatsvinden zonder aanbesteding.‘’
Bee riep de regering nogmaals op, alles in het werk te stellen deze zaak op te lossen. ‘’Dit is een serieuze zaak.‘’ Bee benadrukte dat het parlement bereid is ondersteuning te bieden als het ministerie extra middelen nodig heeft. Ori vroeg begrip voor de situatie, aangezien de financiële achterstanden weliswaar worden ingelopen, maar er daarnaast ook andere problemen zijn, zoals lage waterstanden, drinkwatervoorziening en logistieke uitdagingen, die eveneens moeten worden overbrugd. ‘’Sommige problemen kunnen we niet beïnvloeden‘’ benadrukte de bewindsman.