In een recent gesprek met Dagblad De West benadrukte Staatsolie CEO Annand Jagesar het belang van actieve deelname van Staatsolie aan de besluitvorming over de toekomstige inkomsten uit de olie- en gasindustrie in Suriname. “Ja, wij participeren heel actief daar. De vraag is: zijn we content? Nog niet helemaal, daarom hebben wij een lijst aan commentaren ingediend, als men die adresseert dan is het oké,” aldus Jagesar.
Jagesar uitte in dit kader zijn zorgen over bijvoorbeeld de plannen van de regering om in 2028 over te stappen van mineralen-GDP naar non-mineralen GDP. “Welke richtlijnen en restricties zijn er over de besluiten over de maxima’s en minima’s waaraan er voldaan moeten worden, dit wordt niet verwoord,” zegt hij. “De minister van Financiën bepaalt in 2028, maar dit kan grote gevolgen hebben voor de overheidsuitgaven, vooral als de mineralen-GDP stijgt of beter gezegd het Bruto Nationaal Product (BNP)”.
Met de verwachte stijging van inkomsten uit de olie- en gassector, pleit Jagesar voor een verantwoord financieel beleid. “Als we ineens zoveel geld gaan verdienen, moeten we ervoor zorgen dat dit op een verantwoorde manier wordt besteed. Maar tegelijkertijd pleit hij voor acute aandacht voor onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid en aandacht voor ouderen. Ouderen kunnen niet wachten; als je vier jaar wacht, zijn ze misschien niet meer onder ons, ze hebben te hard gewerkt voor Suriname om ze te behandelen, zoals ze nu worden behandeld” zei hij.
Staatsraad
Jagesar bevestigde dat Staatsolie actief betrokken is bij de gesprekken met de IDB die de aanpassing van de wet op het Spaar- en Stabilisatie Fonds coördineert. “We moeten kritisch blijven en ervoor zorgen dat onze zorgen serieus worden genomen. De kwaliteit van leven van onze bevolking moet vooropstaan,” concludeerde hij.
door Gladys Findlay