Het is wel heel opvallend, dat de huidige Surinaamse regering nu pas en wel na vier jaar sinds haar aantreden, veel serieuzer wenst aan te kijken tegen de illegale visstroperij voor onze kust door voornamelijk Guyanezen. Heeft de huidige regering nu pas in de gaten, dat visexport op een juiste en goed geordende wijze veel geld in het laadje voor ons land kan opbrengen en dat we het onmogelijk kunnen overlaten aan de visrovers uit het westelijk gelegen buurland? Al jaren klagen onze eigen vissers, die niet groot zijn in aantal, dat onze visgronden worden geplunderd en dat deze roof zich heeft verplaatst veel verder dan onze eigen maritieme grenzen en wel naar Frans zeegebied.
De Fransen hebben dan ook heel terecht geklaagd bij onze regering, dat het zo niet verder kan en dat van ons verwacht wordt, dat wij ook maatregelen nemen tegen deze aanhoudende visstroperij. Minister Sewdien is naar Frans-Guyana afgereisd en de Fransen hebben hem duidelijk gemaakt, hoe ernstig de situatie in hun wateren is met de Guyanese vissers die daar illegaal komen stropen, omdat er in Guyana geen significante visgronden meer zijn. Dus men verwacht van ons een gecoördineerde samenwerking om de visrovers, die niet zelden gewelddadig optreden, aan te pakken en ze uit de maritieme visgronden van beide landen te verjagen. Naar verluidt dient de Surinaamse regering op korte termijn ook wetgevingsproducten te wijzigen, om zo slagvaardiger binnen de vissector te kunnen werken. De illegale visserij – lees stroperij – voor onze kust en in onze rivieren door Guyanezen, vindt al decennialang plaats en opeenvolgende regeringen hebben nauwelijks of niet ingegrepen. Je zou haast van een gedoogbeleid kunnen spreken. Maar geen enkel land mag toestaan, dat het op een dergelijke ergerlijke manier en aanhoudend wordt benadeeld, ook de Republiek Suriname niet. Het is daarom toe te juichen, dat we nu in samenspraak en samenwerking met de Fransen, maatregelen willen nemen. Vanwege het ministerie van Defensie is inmiddels meegedeeld, dat de marine binnenkort over een lease vaartuig zal kunnen beschikken om onze maritieme zone van oost naar west te beschermen. We hebben vanaf de regeringen Bouterse 2010-2020 kustwachtschepen, die onder het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn ondergebracht. Deze schepen varen al jaren zeer weinig uit. Wij vermoeden dat er niet genoeg geld is of wordt vrijgemaakt om de schepen vaker op zee te hebben. We hebben dan ook vaker gesproken over een “Kadewacht” in plaats van Kustwacht. Defensie krijgt binnenkort een nieuwe aanwinst voor de marine van het Nationaal Leger. We hopen dat dit schip, zoals afgesproken schijnt te zijn met de Fransen, regelmatig op zee voor onze kust zal zijn en niet wederom bij de marinebasis te Boxel blijft liggen om tal van bijna ‘’onverklaarbare’’ redenen. Wij weten wél waarom schepen vaker binnen worden gehouden. Er gebeuren namelijk de meest vreemde dingen in het ruime sop voor onze kust.