WAAR NIEMAND OVER PRAAT

De oil and gas boom waar heel zakelijk en politiek Suriname halsreikend naar uitkijkt, is niet de eerste zonsopkomst voor onze economie. Er is nog een hele generatie die zich kan herinneren, precies hoe lang de SF 1.80 koers voor een US Dollar stand gehouden heeft en dat onze munt meer waard was dan de Nederlandse. Suriname kreeg zoveel geld binnen vanwege aluinaarde exporten naar de Verenigde Staten van Amerika tijdens de oorlog dat we Nederland in monetair opzicht niet meer nodig hadden. Zo kregen we een sterke munt die gekoppeld werd aan de US Dollar vanaf de oorlogsjaren. De influx van zoveel geld had in de vijftiger jaren, dus na de Tweede Wereldoorlog, logischerwijs een grote economische boom moeten veroorzaken in Suriname. Het was bauxiet uit Surinaamse bodem, die ontgonnen werd met Surinaamse mankracht, vervoerd werd over asfalt en rivieren, die op ons grondgebied bestrijken. We hadden in de 50er jaren een welvarend land moeten zijn. Dat gebeurde niet want het geld ging naar Nederland voor de wederopbouw van het moederland, dat vernietigd was door de oorlog en met de grond gelijk was. Er zijn nog mensen in leven met herinneringen aan hongersnood, overstromingen en een broze infrastructuur die niet tegen de natuur opgewassen was. Het Marshall Plan van Amerika was klaarblijkelijk niet genoeg. Wij gingen van landbouw wingewest naar mijnbouw wingewest. Alles moest ook uit Suriname worden gezogen. De levensstandaard van de Surinamers ging daarom niet omhoog in de vijftiger of de zestiger jaren. Nederland krabbelde op. Onze best geschoolde krachten gingen naar de Antillen waar de salarissen veel hoger waren en kunstmatig hoog gehouden werden. Een onderwijzer kreeg bijvoorbeeld SF 60 in Suriname, maar op Curaçao kreeg die Naf 150 in die tijden.

Dus in plaats van een boom in de vijftiger jaren, kregen we een braindrain en we bleven zitten met lage salarissen. Er werd niet geïnvesteerd in onze woningbouw, we kregen geen diversificatie van onze economie, zelfs een behoorlijke brug over de vier grote rivieren of een leerschool voor binnenvaart, is ons niet gegund geworden. Het middelbaar vakonderwijs, wat de basis werd voor een technisch opgeleid, zelfvoorzienende beroepsbevolking en brede middenklasse naar het socialistisch model in Nederland, België en Duitsland, was niet voor de kolonies weggelegd en dus ook niet voor Suriname. Bij ons heeft men de onderlaag altijd breed gehouden en mondjesmaat de deur naar rijkdom op een kier gezet. Braindrain is misschien blijvend wel ons grootste probleem na de gemiste kansen. Vandaag de dag is de zuigkracht voor zorgpersoneel dusdanig dat we kampen met kindersterfte en voor onderwijs, dusdanig, dat niet alle districten een regulier volledig schooljaar kunnen garanderen, ondanks de leerplicht.

Voor de onafhankelijkheid hadden we weer een braindrain en een exodus die op een totaal ongegronde vrees was gebaseerd. De hindostanen werden nodeloos bang gemaakt dat de creolen zouden overheersen. De hindostanen hebben tot vandaag de economische macht en geld in handen. Waarvoor was men bang? Mensen zonder economische macht kunnen jou niet onderdrukken en kunnen duurzaam geen politieke macht behouden. Die vrees was pure nonsens. En degenen die het aanwakkeren worden als grootheden van onze natievorming geprezen vandaag aan de dag. De situatie in Suriname was totaal niet te vergelijken met Uganda en Idi Amin die de Hindostanen eruit hadden gezet en hun bezittingen hadden ingepalmd. In de tachtiger jaren na de coup hadden we weer een braindrain. De gemiste kans was de stopzetting van het West-Suriname Plan door toedoen van de PALU, wiens hoogopgeleide radicalen, een luisterend oor vonden in de ondemocratische leiding van het land. Na 1980 ontstond een ander probleem. Normaal belandt de economie om de 11 tot 13 jaar in een recessie. Dat is heel normaal. In Suriname belandde onze economie na 1980 om de 5 jaar in een recessie, en groeide daarna uit tot een depressie zoals vandaag. Onze economie zit sinds 2014 in een depressie. En recessies en depressies veroorzaken braindrain. Geen enkele economie kan kader behouden als het om de 5 jaar in een recessie is. Dat kan gewoon niet, want niemand kan zich serieus veroorloven om de helft van hun carrière hun verdiencapaciteit en hun koopkracht buiten hun toedoen, op laagwaterstand te laten. Een dak boven je hoofd, de kans jezelf te ontwikkelen, zijn een menswaardige basis en geen weldenkend mens zal zichzelf dat blijven misgunnen, als elders de deur openstaat, om op eigen kracht verder te komen.

En daarbij zullen we maar blijven hopen op die vooruitgang die we in Singapore, Dubai, en Chili zien, maar die komt nooit. By the way. Met een verkeerde electorale keuze volgend jaar is de economie in 2027 weer in een recessie. De depressie is dan in 2028 in full swing. Schrijf het op. Knip dit uit. Vouw het uit op 1 oktober 2028 wanneer je de jaarrede beluistert. We zullen zien als het oil en gas geld iets uitmaakt, zonder versterkte instituten, toename in integriteit en een maatschappelijk middenveld dat berekend is op de instroom van sommige van de meest winstbeluste gelukszoekers op de aardbodem. Het volk heeft niets gemerkt van de goudboom van 2013 met hoge goudprijzen. Integendeel waren we in 2015 failliet als bedelaars. En de extra miljoenen van de goudprijs stijging dit jaar, worden angstvallig door de zittende regering verzwegen, om als duwtje in de rug te gaan gebruiken, wanneer het wonderlijk herstel voor de stembus als een verworvenheid van de regering zelf gaat worden geadverteerd.

Sommige van onze uitdagingen zijn van korte duur of van incidentele oorzaak. Andere zijn structureel, ons gebrek aan leren uit onze fouten en leren hoe wij om zijn gegaan met de reddingsboeien die de geschiedenis ons aangereikt heeft. Als ons zaaizaad wordt opgegeten als voer, zullen we nooit een oogst meemaken. En dit is exact waar niemand echt ooit over praat.

S.M.A.

More
articles