DE SCHANDALEN DOOFPOT

Al in september 2020 maakte toenmalig procureur-generaal Baidjnath Panday zich sterk voor een anti-corruptie unit bij het Openbaar Ministerie die de veelheid aan corruptiezaken slagvaardig en specialistisch moest gaan aanpakken. De president verzuimde niet om dit destijds in te kleuren als “het geld halen bij degene die het gestolen heeft”. Vers in de regeertermijn was dat een vingerwijzing in de richting van de vorige regering.

In een interview in hetzelfde jaar, gaf de oud-procureur-generaal aan, dat de zeventien onderzoeken naar corruptiegevallen waar zijn parket onderzoek naar deed, tijd en mankracht vereisten. Opsporing vereist forensisch onderzoek, verhoor van invloedrijke personen met vluchtgevaar, represailles en rancune. Toen de SPSB en de CBvS de focus waren van het Openbaar Ministerie, is reeds verzocht om uitbreiding van de capaciteit hiervoor.

Inmiddels hebben de seizoenen zich ruim zestien keer verwisseld en met minder dan een jaar te gaan, heeft ook in de regeerperiode Santokhi-Brunswijk het nodige schandaal onze drukpers gepasseerd.

Alleen bij de staatsbedrijven al, was er sprake van een power plant die onderhands gegund werd, voor een andere locatie dan de eerdere aanbesteding, voor dezelfde capaciteit aan een duurdere inschrijver en voor tientallen miljoenen meer dan eerst beweerd. De gelukkige opdrachtnemer telt één werknemer, zetelt in een woonhuis en de goede heer kreeg het zo heet onder de voeten dat hij met een private jet naar het buitenland vloog om af te koelen. Een coalitieassembleelid en de vicepresident schoten zijn reputatie nog dezelfde week tegemoet, zonder dat het onderzoek was afgerond. Het Openbaar Ministerie vond dat er sprake was van onregelmatigheden, maar niet direct aanwijzingen van strafbaar handelen. Veel leerde niemand eruit, want de ondernemer is nog steeds geldschieter van het gasbedrijf en het energiebedrijf werd niet lang daarna in een kritisch accountsrapport op de vingers getikt qua zwakke interne processen en financiële onregelmatigheden. Beide kwesties zijn geruisloos, de doofpot is verdwenen.

Bij de luchtvaartmaatschappij werd het team van de redding blaam toegeschoven en hoewel er over onderzoek gesproken is, wachten de samenleving en de betrokkenen nieuws af.

Weinig is vernomen over verschillende investeerders die via een vehikel, met haastige spoed onjuist opgezet ‘fresh capital’ zouden binnenbrengen. Het vehikel is ontbonden en een nieuwe entiteit is keurig opgezet, maar van de investeringen en investeerders is niets vernomen.

De commerciële woningbouw met USD 8 miljoen aan staatsmiddelen die overgemaakt werd voor een project op Paramaribo-Noord, dat steevast als public-private aangeduid werd door de president, was aandachtsgebied voor een onderzoek van het Openbaar Ministerie. Met geen enkele bekendmaking over verdachten en met voortdurend aanhalen van een public-private model als basis voor projecten, lijkt ook hier de doofpot de eindbestemming.

Dan zijn er nog diepzeehavens en markten, street parties en Haïti vluchten, seksueel molest op werkvloeren, waar zowel regering als het Openbaar Ministerie niet te veel haast mee lijken te maken om het enthousiasme van september 2020 in daden om te zetten.

More
articles