WET OP DE JAARREKENING NIET VAN TOEPASSING OP STAATSBEDRIJVEN?

Onlangs publiceerde de Centrale Bank van Suriname de jaarrekening over het jaar 2021, maar we leven in het jaar 2024 en dat is al zo goed als voorbij. Het Algemeen Pensioenfonds komt niet voorbij 2018. Telesur ook niet. EBS ook niet, maar als de directeur op nationale televisie een gerenommeerd accountantsrapport in de prullenbak wil gooien, is dat ook iets waarvan wij opkijken. De Telecommunicatie Autoriteit Suriname heeft het nieuwe decennium qua verslaglegging nog niet betreden. Een handvol van de overheidsorganisaties en parastatale organisaties zijn ‘organisaties van openbaar belang’ volgens de Wet op de Jaarrekeningen. Op hen rust behalve de verplichting tot rapportage, ook controle door de accountant, met een verklaring van goedkeuring, afkeuring of oordeelonthouding.

Het niet naleven van de termijnen van zes maanden tot negen maanden voor vaststellen en voor publicatie, is wanbestuur. Het is bovendien strafbaar. De memorie van toelichting spreekt van een strafrechtelijk traject, in het bijzonder van recidief oftewel herhaling. Door jaar in jaar uit deze situaties in stand te laten, draagt men op hoger niveau bij aan de cultuur van straffeloosheid en van verkwisting.

De vinger wordt vaak gewezen naar vorige regeringen, vorige raden van commissarissen, vorige directies en vorige bestuurders, maar het blijft vaak bij exact die vingers. Niet alleen worden figuren die dicht bij de leiding gezeten hadden in dat soort bedrijven, aangehouden en verlengd zoals bij EBS en Telesur lange tijd heeft plaatsgehad, anderen worden gereshuffeld naar andere instellingen, zogenaamd meer als technocraat, of fluisteren in het oor van de president en de vicepresident, vanuit commissiebenoemingen of adviesfuncties.

Men kan zich niet blijven verschuilen achter een gebrek aan kader, of mensen die men vanuit de oppositiebanken met hand en tand bestreden heeft ‘op een andere manier leren kennen’. De wet dient gevolgd te worden, door aangiftes, CLAD-rapportages, forensische onderzoeken en knopen moeten doorgehakt worden. Als er sprake is van fraude, moet het beestje bij de naam genoemd worden. Als hyperinflatie en IMF het werk onmogelijk maken, dan moet de wet gewijzigd worden en moeten wij terug naar werkbare standaarden. Maar het donkere gat van onzichtbaarheid, maakt om zich heen te veel slachtoffers. De private sector weet niet waar ze aan toe is, wanneer ze contracteert met dit soort instellingen. In andere gevallen hebben de bedrijven een monopoliepositie en is de abonnee het slachtoffer van drastische verhogingen, vanuit het IMF-programma.

Wij zijn van mening dat men orde op zaken moet stellen en waar dat niet kan, de wanorde moet erkennen en besluiten nemen vanuit die positie. En als de regels losser moeten, om iets te kunnen verslaan in plaats van niets, dan moeten regering en wetgever kiezen voor praktijk en realiteit en niet voor een toekomstige utopie, terwijl het paard sterft of het kalf verdrinkt.

More
articles