De minister van Volksgezondheid liet vorige week de inkt op het persbericht van de VES niet behoorlijk drogen, voordat hij een eigen lijvig weerwoord klaar had. In zijn weerwoord jammert de minister over het feit dat naar zijn inzicht, de VES het ministerie niet professioneel zou hebben bejegend over verrichtingen, maar de sneer is niet serieus te nemen.

De VES heeft de publieke taak, vanuit hun discipline, het publiek te informeren. Een verzoek aan een ministerie om informatie, van vaststellingen die retorisch en analytisch zijn, zou tot een propagandaverhaaltje geleid hebben, lang nadat de acute situatie waar de VES zich over uitliet, achterhaald zou zijn. Zoals het economen betaamt, kiest de VES het vertrekpunt vanuit de overnamepositie van de vorige regering, als dat wat de cijfers onderbouwd hebben.

Hoewel Ramadhin de geest van het verleden doet herleven over de huidige zorgsituatie, is die reeds verwerkt in de cijfers, waar de VES zich bij analyse op baseert. Ramadhin insinueert voorts twee zaken: dat betrokkenen bij de VES zich op informatie baseren afkomstig van personen die recent in de positie waren duurzaam beleid te ontwikkelen en dat niet hebben gedaan (met andere woorden de oppositie) en dat ze misschien wel over economische kennis beschikken, maar zich niet behoorlijk in de ‘zorgmaterie’ verdiept hebben. Ramadhin verweert zich tegen een verwijt dat in het geheel niet door de VES gemaakt is, althans niet in zijn richting. Ja, de VES heeft het vaker over wanbeleid.

Echter, de VES spitst zich in het persbericht heel concreet op ongepaste prioriteiten, zoals een sportfonds boven kindersterfte, USD 15 miljoen extra inkomsten en overbodige buitenlandse reizen. De minister van Volksgezondheid heeft dit niet betwist of weggenomen, en weet voor zichzelf, dat hij het acute probleem van kindersterfte effectiever aan had kunnen pakken, als het beleid inderdaad rekening had gehouden met deze suggesties. Zoals iedere vakminister doet en kan, tikt ook deze minister een lijst aan details af. Details die de kindersterfte niet wegnemen. Details die de VES op geen enkele manier in het ongelijk stellen. Stappen vooruit zijn altijd toe te juichen. Maar niemand kan wat er op de NICU/PICU afdelingen speelt, vooruitgang noemen. Het is dan ook niet vreemd dat de VES opmerkte in de augustus-editie van het economistenblad Inzicht, dat twaalf uren na haar eigen publicatie, de minister een twee pagina’s tellend document de aandacht gaf.