WIE IS VERANTWOORDELIJK VOOR ONZE ZORG?

Minister Amar Ramadhin is de eindverantwoordelijke voor de zorg in Suriname. Minister Ramadhin is voor meer dan twee derde de eindverantwoordelijke voor de ziekenhuizen in Suriname. Hij kiest de media om pootafdrukjes van mieren te benoemen, terwijl de vos in het henhuis zit met een volle maag en veertjes aan zijn snuit. Ramadhin is een meester in het stroman argument. Zijn dossierkennis van wat er speelt in zijn vakgebied is hoger dan die van de gemiddelde vakminister. Zijn betrokkenheid en zijn appetijt voor confrontatie, ook. Hij deinst er niet voor terug een mediacommentator voor het gerecht te slepen of journalisten te bespreken op een manier die kwaad bloed zet.

Kortgeleden was een van de suggesties om ziekenhuisdiensten te sluiten. Het valt op dat – in ieder geval binnen Paramaribo – het AZP al geruime tijd een vooruitgeschoven positie inneemt qua investeringen en uitbreiding. Daarnaast riep de minister patiënten op met het SZF contact op te nemen over eventuele bijbetalingen. Beide opmerkingen brengen geen structurele oplossingen teweeg en leiden af van de werkelijke problematiek.

Bijbetalingen zijn niet ingevoerd, omdat de patiënt ertoe verplicht is en geen recht heeft op dekking vanuit de verzekering of vanuit het SZF. De bijbetalingen zijn een gevolg van betaalachterstanden van verschillende partijen, waaronder Volksgezondheid, SZF en andere parastatale spelers in de zorg, die niet tijdig betalen. Waardoor de bedrijfsvoering van de partijen die een voorschot nodig hebben naar hun leveranciers, stil komt te liggen als patiënten niet zelf bijdragen vooraf.

Voor wat betreft het clusteren van diensten in de zorg, is dit wereldwijd een veelvoorkomende oplossing. Maar clusteren vereist beleid vooraf en coördinatie onderling. Men kan niet eerst afdelingen sluiten en dan roepen cluster, zonder het patiëntenbestand en het personeel behoorlijk tegemoet te komen in de nieuwe situatie.

De kritiek in De Nationale Assemblee vanuit zowel de coalitie, die vraagt naar wat er met USD 30 miljoen aan steunmiddelen gebeurt, als NPS en BEP, die de sociale gevolgen van het beleid belichten, is passend.

De vraag of nieuwe gebouwen echt voorrang verdienen boven nieuwe mensenlevens gaat door merg en been, wanneer kindersterfte wordt afgeschoven op het fenomeen ‘brain drain’, zoals de minister met zowel de persconferentie als de draconische maatregelen betreffende documentatie naar de samenleving toe, heeft willen signaleren.

Verdere aanleiding voor de oppositiefracties om een motie van wantrouwen in te dienen tegen de minister. De eerste reactie van de minister was dat de motie niet op ware feiten gebaseerd was. Hetzelfde argument hanteert de minister bij de persconferentie naar aanleiding van de kindersterfte crisis. Aan de kern van de beoordeling moet echter liggen of het werk effectief en integer uitgevoerd is. Na vier jaar tijd mag resultaat verwacht worden, zeker als het, zoals zijn collega van Financiën en zijn regeringsleider beweren, financieel al wat beter onder controle is in het land. De schuld moet dus niet bij anderen neergelegd worden.

More
articles