Spijkers op laag water zoeken is risicovol. Als het water laag is, omdat er tijd overheen gegaan is, kunnen de spijkers roestig zijn. Ze kunnen in modderige ondergrond liggen. En je kunt je aan een van die spijkers prikken. De storm waarin minister Nurmohamed terechtgekomen is, heeft veel factoren en elementen, maar hij is nu genoodzaakt zijn eigen boontjes te doppen.
Nurmohamed is intelligent. Nurmohamed is hardwerkend. Zo veel bleek al tijdens zijn termijn in De Nationale Assemblee. Terwijl zijn flamboyante fractieleider destijds al genoot van een reisvrijheid en een internationalisme waar de toenmalige president zelfs niet aan kon tippen, was Nurmohamed in presentie, in vergadertijd en in de techniek van inhoudelijk commissiewerk, al een frisse wind in de anderzijds voorspelbare politiek van het Paars decennium. Nurmohamed kan veel en Nurmohamed weet veel.
En zoals het vaker gaat, weet de vos veel dingen, maar de egel weet één groot ding. Hoofdredacteur Nita Ramcharan van het medium Starnieuws, is niet op een ochtend uit een ei gekropen. Zij is een mediamaker die actief en bewust heeft moeten leven met censuur, de dreiging van geweld, de dood en wedergeboorte van democratie. Nurmohamed had de verslaglegging en commentaren naar aanleiding van de rectificatievordering van zijn partijvoorzitter tegen schrijver Gerard van den Bergh maar hoeven te volgen, om te weten hoe er gedacht werd over staatsmacht, en staatselan inzetten als partner correctie vragen van de geschreven pers. Hij had kunnen aanvoelen wat de reactie was op zijn uitspraken, als zou men blij moeten zijn, dat hij zijn werk nog bleef doen.
Het juristenwereldje is daarnaast een klein wereldje. Een wereldje dat Nurmohamed kent van zijn tijd als wetenschapper, dicht bij de bevriedende rechtenfaculteit en vanuit zijn privé leven. Hij had ook kunnen weten dat juristen de geschreven pers en Starnieuws in het bijzonder, een warm hart toe dragen. Toen hij op een persconferentie dreigde om de landsadvocaat mr. Mohangoo in te zetten om rechtszaken te starten tegen ‘onjuiste informatie’, heeft Keerpunt nog gewezen op de onjuistheid van het vereenzelvigen van de eer en goede naam van de persoon van de functionaris en de rechtspositie van de functie en het instituut.
En dat is exact waar het OM het zinkend schip verlaten heeft. Door in haast, in goed vertrouwen en door middel van de connecties die nu eenmaal de realiteit zijn van een hamer zwaaien, zo groot als het ministerie van Openbare Werken kan zijn, in invloed, heeft advocaat Rambharos het namens Nurmohamed gedaan te krijgen inderdaad de staat te laten procederen. Het Openbaar Ministerie heeft op publieke wijze het podium via de linkerzijde verlaten en daarmee een krachtig signaal afgegeven aan Nurmohamed en aan de samenleving: de burger Riad Nurmohamed mag zelf verder, maar de staat is in dezen geen partij. Het procesrisico op een verlies zou aanzienlijk zijn. Maar de inhoud van de uitspraak heeft ook diepere staatsrechtelijke consequenties, waar je je als zwaard van Vrouwe Justitia niet aan wilt verwonden.
Toen de vos in drift schuimbekkend de tanden liet zien, gaf die uiting aan het gevoel van verongelijktheid. De hele nieuwscyclus van de oorspronkelijke berichtgeving over de Van ‘t Hogerhuysstraat zette kwaad bloed. Alle politieke sensoren sprongen op rood bij de gedachte van verantwoordelijkheid, in politieke zin, voor een verstoorde relatie met IDB en voor een langer durende ontregeling van een van de belangrijke hoofdaders van industrieel en burger verkeer. Bij nader nagaan van de berichtgeving, bleek niet alleen accuraat en getrouw aan de feiten te zijn gerapporteerd, de berichtgeving was ook secuur binnen de spelregels gebracht. Dus heeft men, in de haast, de rechtsvraag geconcentreerd rondom ‘verantwoordelijkheid’ van de minister van Openbare Werken.
Als Openbaar Ministerie, zijn er geen kastanjes in die vlammen rijp genoeg, om ze aan te willen raken. Als de staat de positie inneemt, dat een minister geen verantwoordelijkheid draagt binnen ons stelsel, terwijl comptabiliteit de toets voor doelmatigheid en rechtmatigheid daar neer legt, staat iedere toekomstige vervolging van een politieke ambtsdrager, behalve de president, op losse schroeven. Als de staat de positie inneemt dat de minister wel verantwoordelijkheid draagt, kan dat resulteren in een constitutionele herziening van een executieve president van onbegrensde wijsheid en invloed, naar een stelsel waarbinnen De Nationale Assemblee, door moties van wantrouwen en door enqûette tijdens de politieke beschouwingen en daarbuiten, de ministers meer direct aan de tand kan voelen en van een gebit kan beroven. Allemaal ver buiten de ‘houd-de-dief-het-liefst-op-heterdaad-en-sluit-hem-op-als-je-hem-kunt-vinden’ aanpak van dit Openbaar Ministerie onder deze procureur-generaal.
Nurmohamed zal er dus inderdaad alleen voor staan. Voor de kortgedingrechter zal het niet onopgemerkt zijn gebleven, wat voor signaal afgegeven wordt in diens richting. Het signaal komt ook op een moment, dat de Nederlandse rechtsorde al zonder meer gesignaleerd heeft dat ambtsdragers in een democratie, tegen een stootje moeten kunnen, met het vonnis van Santokhi tegen Van den Bergh, voor de Rotterdamse Rechtbank. De president zelf heeft zich publiekelijk laten ontvallen, dat zijn juridisch adviseurs hem in dat hele debacle hebben laten vergalopperen.
Iemand met nederigheid, ontzag voor landsbelang en een visie van staatsmanschap, zou op dit punt het kort geding intrekken. Een openhartig gesprek aangaan voor de nieuwe camera’s met vertegenwoordigers van de media. Rehabilitatie van het eigen imago aanpakken op een iets meer veilige wijze, dan de rehabilitatie van de Van ‘t Hogerhuysstraat. Maar staatsmanschap is niet voor iedereen weggelegd.