Het recente optreden van minister Riad Nurmohamed en de staat Suriname tegen Nita Ramcharan, hoofdredacteur van Starnieuws, is niets minder dan een verontrustende aanval op de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid in Suriname. In een land dat zich profileert als een democratische rechtsstaat, zou je mogen verwachten dat deze fundamentele rechten gekoesterd en beschermd worden. Maar de realiteit lijkt een andere kant op te wijzen.
Het is naar onze mening wrang om te zien dat een regering, die zou moeten staan voor de rechten van haar burgers, nu actief probeert de stem van de pers te smoren. Dit doet denken aan de grimmige dagen van de jaren tachtig, toen journalisten werden bedreigd, aangevallen en zelfs vermoord door het regime van Desi Bouterse. Het lijkt erop dat de lessen uit die donkere periode al vergeten zijn.
De juridische stappen tegen Ramcharan vormen niet alleen een persoonlijke aanval, maar een duidelijke bedreiging voor de gehele persvrijheid in het land. Als de regering van Suriname erin slaagt om een journalist te intimideren of het zwijgen op te leggen, wat zegt dat dan over de toekomst van de democratie in dit land? Het is schokkend dat in een tijd waarin vrije media belangrijker zijn dan ooit, een dergelijke actie wordt ondernomen.
Keerpunt ondersteunt net als andere collega-journalisten en mediaprofessionals Ramcharan. Deze ondersteuning is natuurlijk bemoedigend, maar het is niet genoeg. Er moet duidelijk worden gemaakt dat dit soort aanvallen op de persvrijheid onaanvaardbaar zijn en dat ze een gevaar vormen voor de hele samenleving. De dreiging is reëel: als één journalist het zwijgen wordt opgelegd, wie is dan de volgende?
De voorzitter van de Stichting 8 december 1982, Sunil Oemrawsingh, heeft afgelopen week in een ingezonden stuk ook zijn bijdrage geleverd en in herinnering gebracht dat onder de slachtoffers van de decembermoorden een aantal journalisten waren, maar ook erop geattendeerd dat er nu ook actief opgekomen moet worden voor de rechten van de journalisten van vandaag. De strijd is nog niet gestreden, en het is van cruciaal belang dat we blijven vechten voor de waarden die aan de basis van elke gezonde democratie staan.
De gebeurtenissen die zich tevens hebben afgespeeld bij het Dagblad De West in de jaren tachtig zijn een schrijnend voorbeeld van hoe diep de onderdrukking van de pers in Suriname destijds reikte. De aanvallen op de drukkerij, waaronder het beschieten van het gebouw en het gooien van handgranaten, waren niets minder dan brute pogingen om een van de weinige kritische stemmen in het land het zwijgen op te leggen. Het feit dat het leger op 26 februari 1980 zelfs tijdens de avondklok de drukkerij met mitrailleurvuur doorzeefde, spreekt boekdelen over de ernst van de dreiging tegen de vrije pers. Ondanks deze intimidatie bleef De West publiceren onder zware censuur. Dit toont niet alleen de moed van de betrokken journalisten, maar ook hoe groot de druk was om nieuws naar buiten te blijven brengen, zelfs in de meest vijandige omstandigheden.
Deze gebeurtenissen benadrukken het belang van het beschermen van journalisten en het waarborgen van een vrije pers, vooral in tijden waarin de fundamentele rechten van burgers onder vuur liggen. De geschiedenis van De West als oudste krant herinnert ons eraan hoe kwetsbaar deze rechten kunnen zijn, en hoe snel ze verloren kunnen gaan als er niet actief voor wordt gevochten. Het is een les die vandaag de dag nog steeds relevant is, vooral nu we zien hoe diezelfde dreiging opnieuw de kop opsteekt in de vorm van juridische stappen tegen journalisten zoals Nita Ramcharan.