Gaan wij in Suriname en wel in landsbelang, over tot het ordenen van de zogeheten kleinere goudwinningactiviteiten in het binnenland, of stellen we malafiden in de gelegenheid, dit land grotere ecologische schade te berokkenen en het moedwillig te benadelen? Deze vraag moeten we nu meer dan voorheen stellen, als we zien dat de overheid, en wel het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, zeer vermoedelijk in het geniep, ertoe is overgegaan meerdere goudconcessies te verlenen in woon- en leefgebieden van inheemsen en andere in tribaal verband levende Surinamers. De jongste meldingen geven aan, dat men zelfs in West-Suriname concessies aan het verlenen is aan invloedrijke lieden, die daar met goedachting van een plaatselijke inheemse kapitein, goud willen gaan winnen. We weten allemaal dat bepaalde elementen, ook binnen de inheemse gemeenschap voor enkele grijpstuivers hun principes overboord zetten en dat allemaal ten nadele van hun eigen mensen.
Binnen de inheemse organisaties is men behoorlijk ongerust geraakt over deze recente ontwikkeling en men vraagt zich af, of de overheid daadwerkelijk doende is de belangen van enkele malafide figuren te behartigen en dat van Suriname en zijn volk, moedwillig wegcijfert. Het is geen geheim dat bij de ‘kleinschalige’ goudwinning in dit land, op grote schaal kwik wordt gebruikt en dat er hierdoor grote milieuverontreiniging ontstaat in kreken, kanalen en uiteindelijk ook in de rivieren.
Gaan we nu ook de Corantijn, een nationale rivier, vergiftigen en wel in het belang van enkele goudrovers, die vrijwel zeker gelieerd zijn aan deze regering? Hebben we al niet voldoende geleerd in Oost-Suriname, waar de Marowijne- en Lawarivier behoorlijk vervuild zijn en dat er sprake is van een regelrechte bedreiging van de fauna in deze waterwegen. We hebben in een vorige editie al geschreven over geboorteafwijkingen bij inheemsen van de Wayana stam die aan de Lawa leven. Het is ook bekend dat de skalians, die voor grote waterverontreiniging zorgen en in de Marowijne- en Lawarivier actief zijn, nog steeds niet verwijderd zijn en dat was wel door de regering in 2020 aan het volk beloofd. Maar daar spelen ook de belangen van de goudrovers, die ook zeer goed vertegenwoordigd zijn in de regering Santokhi, en dat de overleving van dit kabinet, veel zwaarder weegt dan de gezondheid van de mensen die aan de Lawa- en Marowijnerivier leven en we zelfs bereid zijn de Fransen tegen de haren in te strijken en de bilaterale betrekkingen met Cayenne en Parijs in gevaar te brengen. De Marowijne- en Lawarivier behoren de Franse buren ook toe, en daar moeten we voortdurend rekening mee houden. Die kunnen op een gegeven moment ook maatregelen treffen tegen de milieuvernietigende activiteiten van de Surinaamse goudgangsters op deze twee rivieren. Nu wenst men zelfs de woon- en leefgemeenschappen der Wayana’s aan de Lawa verder in gevaar te brengen door meer goudconcessies daar af te staan. Moet een eeuwenoude inheemse stam door kwikvergiftiging helemaal ter ziele gaan? Deze vraagt kan zeker aan de regering Santokhi, vicepresident Brunswijk en minister Abiamofo, gesteld worden. Het is toch te zot voor woorden dat men nu zelfs tegen alle protesten in wenst over te gaan tot meer concessies en vernietiging in het gebied, enkel vanwege de goudkoorts die bij bepaalde invloedrijken van de regering in hoge mate heerst.
Om terug te komen op West-Suriname en de vermeende uitgave van goudconcessies aan politieke vrienden en partijgenoten in gebieden die grenzen aan de Corantijnrivier, dat men zelfs deze waterweg wenst te contamineren met kwik. Het water dat onontbeerlijk is voor de bevloeiing van de tienduizenden hectaren aan rijstvelden in Nickerie, kan dan ernstige verontreiniging ondergaan. De vraag die onmiddellijk rijst, is of het daadwerkelijk zo is dat bepaalde kapitaalkrachtige maffioso eigenlijk de politieke macht hebben in dit land en dat hun bijdrage aan bepaalde verkiezingskassen, elke politieke partij overstag doet gaan. Dat deze lieden met hun groot geldelijk vermogen alles gedaan kunnen krijgen en dat hele leefgemeenschappen in gevaar gebracht en kunnen mogen worden in het kader van hun niet aflatend winstbejag. 25 mei 2025 zal uitwijzen of het Surinaamse volk deze vormen van uitbuiting en benadeling verder wenst te accepteren. Op die dag krijgt het de gelegenheid te bepalen, wie het anders en misschien zelfs beter zal kunnen doen in de daaropvolgende vijf jaar.