Het viel me al geruime tijd op. Het deed mijn wenkbrauwen fronsen, maar pas na een kort artikel in Keerpunt ‘Bij God en in Suriname’ te hebben gelezen, drong het tot mij door, dat dit absoluut niet zo verder kan. Immers, in dat artikel kwamen alleen de vragen van de schrijver aan de orde.
Het gaat erom dat bouwactiviteiten op de berm van de Plutostraat te Paramaribo-Noord gestaag plaatsvinden, waartegen buurtbewoners reeds aan de bel hebben getrokken. Volgens de districtscommissaris van Paramaribo Noord-Oost heeft zijn commissariaat geen toestemming verleend voor deze bouwactiviteiten, maar is een dergelijke toestemming door het ministerie van Openbare Werken verschaft ‘conform een bestaande beschikking’.
Bij de aanvraag van deze toestemming, kennelijk een bouwvergunning, concentreert het ministerie van Openbare Werken zich in beginsel uitsluitend op de technische aspecten van de bouw. Nu het hier gaat om het bouwen op de berm aan een openbare weg, nabij bermsloot, zal het ministerie – die de plaatselijke situatie kent – de wet moeten raadplegen en omstandigheden moeten overwegen om een behoorlijke beslissing op zo’n aanvraag te kunnen nemen. Er ontbreekt wetgeving voor het gebruik van bermen. Alleen al op grond daarvan moet een dergelijke aanvraag worden afgewezen. Kennelijk is dit gebrek de beweegreden geweest van de huidige minister van Openbare Werken, destijds als DNA-lid, om op 6 mei 2019 een initiatiefwetsvoorstel ‘Wet gebruik wegbermen’, houdende regels met betrekking tot het gebruik van wegbermen, in te dienen met daarin een streng verbod om geaarde/nagelvaste opstallen aan te brengen op de berm van hoofdwegen. Toen wilde de minister het probleem dus wel aanpakken. Het ministerie denkt misschien met een zogenaamd ‘Bermbeleid’ succesvol te kunnen optreden tegen bouwsels op bermen. In de ‘Handleiding Bermen’ van 3 november 2022 van het ministerie, is mijns inziens geen limitatieve opsomming gegeven voor welke doeleinden de bermen gebruikt kunnen worden. Over het plaatsen of bouwen van nagelvaste opstallen is geen bepaling opgenomen, waarschijnlijk omdat het beleid van het ministerie overeenkomstig de verboden in de ontwerpwet is.
Echter is voor zover niet gebleken dat het ministerie zich heeft verzet tegen de bouwactiviteiten op de berm langs de Plutostraat. Het heeft dus zijn bermbeleid voor dit geval naast zich neergelegd en wenst in ieder geval niet te anticiperen op de ontwerpwet, terwijl zulks vooruitlopend op de invoering daarvan, wenselijk is oftewel als wijs beleid zal worden gekwalificeerd.
Maar nu terug naar de stelling van de districtscommissaris, als zou de minister van Openbare Werken conform een bestaande beschikking toestemming tot de bouw hebben verleend. Ik betwijfel dat van een bouwvergunning conform de Bouwwet sprake is, omdat deze wet en het Bouwbesluit van toepassing zijn op het bouwen van opstallen op gronden waarop enig recht is gevestigd zoals eigendom, grondhuur, erfpacht enz. Nogmaals, er ontbreekt wetgeving voor het gebruik van de wegbermen. Uit kracht van welke wettelijke bepalingen is een dergelijke beschikking dan tot stand gekomen?
Ik hoop dat de eigenaar zich ervan bewust is dat de staat door natrekking eigenaar is geworden van het opstal. Dit is duurzaam met de grond verenigd. De eigenaar heeft eventueel wel recht op de waarde van de kale bouw. Wat ik in ieder geval hoop, is dat het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer nooit overgaat tot het verstrekken van het zakelijk recht van grondhuur op dit stuk/strookje grond ten behoeve van de eigenaar. Overigens is de berm geen domeingrond. Het is geen wijs besluit en/of beleid om toe te stemmen met de bouw van nagelvaste opstallen op welke berm dan ook en in ieder geval niet op de berm langs de Plutostraat.
Ook al zijn er al andere opstallen aldaar aanwezig. Het zou het ministerie goed doen om corrigerend op te treden en de reeds op de berm aanwezige gebruikers aan te zeggen om binnen een redelijke termijn hun activiteiten daarop af te bouwen. Hierdoor zijn er geen beletselen meer aanwezig wanneer de langs de berm lopende sloot moet worden opgehaald. Een wijzer besluit zou zijn als het ministerie op deze berm een voet- en rijwielpad had aangelegd – deze verkeersdeelnemers worden zo beter beschermd – en daarnaast voorzien van trimbanen ten bate van de buurtbewoners die daartoe behoefte hebben. Dan was in ieder geval het algemeen belang gediend.
Sjoerd Saridin
1) Dagblad De West ‘Bij God en in Suriname’ d.d. 12 augustus 2024, Keerpunt.
2)Dagblad Suriname ‘Onrust in Paramaribo Noord-Oost over bouw bistro op berm; d.d. 16 februari 2024.
3)Art. 4 lid 1 Ontwerpwet houdende regels met betrekking tot het gebruik van wegbermen (Wet gebruik wegbermen).
4)Handleiding Bermen d.d. 3 november 2023 van het Ministerie van Openbare Werken, blz. 7.