Volgens het lid Cedric van Samson van De Nationale Assemblee, hoeft niemand hem zijn visie op de EBS en OWOS in dank af te nemen. Het personeel van de EBS benadeelt de Surinaamse samenleving elke maand. Dit baseert hij op een mediabericht uit 2017 over een overschot aan 600 personeelsleden.

In die zeven jaren is er veel gebeurd. Wat echter niet is gebeurd, is het publiceren van de jaarcijfers volgens de vereisten van de wet, jaarlijks binnen zeven maanden na verstrijken van het boekjaar. Desondanks moeten de abonnees van de EBS, verhoging na verhoging slikken.  Maar de directievoertuigen worden vernieuwd. Aan de aanbeveling van de accountant, betreffende belangenverstrengeling, is geen uitvoering gegeven. Aan de door het Openbaar Ministerie geconstateerde onregelmatigheden bij een aanbesteding van tientallen miljoenen US-dollars, is geen verdere aandacht besteed. Maar een overschot in het personeelsbestand, zou de OWOS een toontje lager moeten laten zingen. Van Samson zet met zijn uitspraken zijn ‘tak den san fa den san deh’ imago kracht bij in zijn houding naar de gewone burger toe. Op de een of andere manier is het nooit collega Debie, Jhakru of Moertabat die zo ver op de troepen vooruit loopt of die dansend en schreeuwend de muzikale intrede van de president op politieke podia inluidt. Van Samson is diep geworteld in de materie en de dossiers en had de potentie een politicus te zijn van inhoud. Bij zijn verkiezing was de verwachting, dat het iemand was die bij wetgeving commissies van rapporteurs zou trekken en het inhoudelijk debat over staatsbedrijven via de microfoon, als ondernemer van een beleidsdimensie zou voorzien. Inmiddels heeft hij naar de telling van Keerpunt, niet één keer om de jaarcijfers van EBS, SWM of SLM gevraagd. Hij spreekt over de vakbond als een ontwikkelingspartner. Maar ontwikkeling moet op feiten gebaseerd zijn. Wij zijn geneigd het voordeel van de twijfel toe te kennen aan de werknemers die de dagelijkse en actuele situatie op hun ervaringen in 2024 baseren, en niet op mediaberichten uit 2017.