RAGHOEBARSING SPEELDE CRUCIALE ROL IN HERSTEL ECONOMIE

In 2001 heeft Kermechend Stanley Raghoebarsing, meer bekend als ‘Stan’, als minister van Planning en Ontwikkelingssamenwerking (PLOS), een cruciale rol gespeeld in het economische herstel van Suriname. Tijdens zijn ambtsperiode wist hij de financiële chaos die het land trof na de regering van Jules Wijdenbosch (1996-2000), te beheersen.

Tijdens de regeerperiode van Wijdenbosch, verkeerde Suriname in een diepe financiële crisis. De Surinaamse gulden (Sf) was zwaar gedevalueerd, met een inflatie van maar liefst 100 procent in 1999. De wisselkoers steeg maand na maand met Sf 40, waardoor de straatkoers in 1999 op Sf 3000 stond, terwijl de officiële koers van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) Sf 1100 was. Deze discrepantie leidde tot enorme verliezen voor de CBvS, die dollars kocht voor Sf 3000 en ze verkocht voor Sf 1100, resulterend in een verlies van Sf 1900 per dollar.

De situatie was zo ernstig dat het grootste biljet in omloop in 1996 Sf 2000 was, terwijl in 1999 een biljet van Sf 100.000 werd geïntroduceerd. De geldpersen draaiden 24 uur per dag om aan de vraag te voldoen, wat resulteerde in een hyperinflatie die het voor de gemiddelde burger onmogelijk maakte om de huur te betalen of een auto te kopen. Toen de regering onder leiding van president Ronald Venetiaan in 2000 aantrad, moest er een einde komen aan de monetaire bloeding die de vorige regering had veroorzaakt. Dankzij verdragsmiddelen en de steun van Nederland, die sectorale benaderingen voorstelde zoals goed bestuur, genderbeleid en justitie, konden er positieve veranderingen worden doorgevoerd.

Raghoebarsing speelde een sleutelrol in deze hervormingen. Hij slaagde erin om een bedrag van Nf 100 miljoen aan resterende ontwikkelingshulp te onderhandelen en dit te parkeren bij de Centrale Bank van Suriname. Dit was essentieel voor het herstellen van de dekking van de gulden, die op dat moment 0 procent was geworden. Volgens artikel 19 van de Bankwet, moet de dekking van de gulden minimaal 50 procent zijn.

Dankzij de inspanningen van Raghoebarsing en de steun van de Nederlandse overheid kon de dekking van de gulden worden hersteld, wat een positieve invloed had op de economie van Suriname. Tegen 2004 konden burgers weer auto’s kopen en hypotheken afsluiten voor huizen. Zelfs mensen in het binnenland profiteerden, bijvoorbeeld door de aanschaf van Noah-busjes, dankzij de bijdrage van Raghoebarsing.

Hoewel Raghoebarsing veel waardering verdient voor zijn bijdragen door de jaren heen, wordt zijn inzet door sommige politieke partijen niet erkend. Partijen zoals de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) hebben bijvoorbeeld hun aanhang geleerd om geen waardering te hebben voor wat uit het beleid komt, ondanks de schade die zij zelf aanrichten met controversiële benoemingen en banden met criminele activiteiten. Een deel van de oorzaak hiervan is, dat Raghoebarsing een politicus is die zijn vorming genoten heeft rond het inhoudelijk debat, het werk in teamverband als één regering en trots in het gezamenlijk resultaat. Het is hem wezensvreemd, dat het linkerbeen het rechterbeen de schuld zou geven of de gouden medaille voor zichzelf opeist, als er eer te behalen valt.

Wij zijn van mening dat Raghoebarsing een cruciale rol heeft gespeeld in het economisch herstel van Suriname na een periode van diepe financiële crisis. Zijn inspanningen als minister van PLOS hebben bijgedragen aan een stabiele monetaire situatie en economische vooruitgang voor de burgers van Suriname. Zijn werk verdient waardering en erkenning, ondanks de politieke tegenwerking die hij mogelijk ondervindt. Momenteel vervult Raghoebarsing de rol van minister van Financiën en ook in die functie wordt hij beklad door de voorzitter van de ABOP. De verwijten die worden geslingerd naar het hoofd van de minister van Financiën zijn vaak zeer respectloos en smakeloos. Maar vooral ook misplaatst. Want als de ABOP serieus is over kritiek op de eigen regering, zou de start gemaakt moeten worden met het beleid dat op bijvoorbeeld het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer, maar niet uit de verf lijkt te komen. De ABOP kiest uitgerekend de minister waarvan zij weet dat temperament, volwassenheid en professionaliteit hem niet uit de tent zullen lokken tot populistische discussies.

More
articles