EEN LOOPJE MET HET MINAMATA-VERDRAG

Misschien is het gewoon om de aandacht een beetje af te leiden, en te doen of we daadwerkelijk iets willen gaan doen aan de kwikvergiftiging in stad en binnenland. Er wordt deze dagen wederom gesproken over de controle op goudbranderijen in onze hoofdstad, om te kijken of deze bedrijven wel de benodigde filterinstallaties op hun schoorstenen hebben en niet langer de gehele bevolking vergiftigen met een veel te hoge concentratie aan kwikdampen. Veel babbelen en weinig doen, daar zijn we bij Keerpunt voor wat betreft dit vraagstuk, meer dan gewend aan geraakt in de afgelopen decennia.

Al ruim dertig jaar worden bewoners in bepaalde delen van onze hoofdstad op ergerlijke wijze vergiftigd door goudbranderijen, omdat de eigenaren weigeren om de broodnodige voorzieningen te treffen, waardoor deze zeer giftige dampen niet langer in de atmosfeer komen. Er zijn nog steeds van die bedrijven die maling hebben aan de gestelde en gewenste voorzieningen, en nu belooft men dat er strenger op gelet zal worden. Voor Keerpunt is het eerst zien, dan geloven. We hebben het Minamata-verdrag, dat kwikvervuiling in welke vorm dan ook, wereldwijd moet terugdringen, mede ondertekend en naderhand in De Nationale Assemblee geratificeerd, en zouden ons dus ook daaraan moeten houden. Een gedegen controle op de naleving van de regels van dit verdrag, zou dus voortdurend moeten geschieden. Maar we tekenen wel eens meer verdragen en doen daarna niets meer en dan maar hopen dat men ons er niet op zal aankijken. Daar vergissen we ons natuurlijk behoorlijk in. We worden in deze hoofdstad nog steeds zwaar vergiftigd door de goudbranderijen, dat is bewezen door recentelijk ingesteld wetenschappelijk onderzoek en nu gaat men ineens strakker controleren. Geef Keerpunt een big break. Maar niet alleen in onze hoofdstad worden we met kwikdampen vergiftigd. In het binnenland smijt men ook overal kwik in rivieren, kanalen en het stuwmeer bij de goudwinning en daar grijpt men helemaal niet in, want de belanghebbenden die ook in de regering zitten, mogen niet in de wielen gereden worden, anders komt de gehele regering in gevaar. Een van deze belanghebbenden komt zelfs op videobeelden via sociale media om zijn hoeveelheid goud, gewonnen met kwik, aan de wereld te tonen. Minamata mag voor deze lui volledig overboord en ze hebben volledig maling aan het behoud en de bescherming van flora en fauna in het achterland, waar ze aanhoudend hun vernietiging voortzetten met hun graafmachines, dredges en skalians. Om de lezers van Keerpunt erop te wijzen dat deze situatie al zeker 30 jaar aan de gang is, drukken we een eerder geschreven artikel onder de kop: ‘Zelfdestructie’, nogmaals voor de lezers af. Alleen maar om te tonen dat men niet van plan is de zelfdestructie een halt toe te roepen. Dit artikel luidt als volgt:

ZELFDESTRUCTIE?

Staan we in dit land uit puur winstbejag van een niet grote groep, zelfdestructie toe? Vinden we het acceptabel dat velen  hun gezondheid naar de knoppen wordt gebracht door een voortdurende kwikvergiftiging in stad en binnenland? De  doorsnee burger kan er onmogelijk mee akkoord gaan, dat die voortdurend bloot wordt gesteld aan zeer dodelijke kwikdampen in de lucht, voortgebracht door goudbranderijen en dat de overheid maar niet ingrijpt. En in het binnenland worden de bewoners in bepaalde gebieden geconfronteerd met  vervuilde rivieren, kreken en kanalen. Flora en fauna worden vergiftigd door goudzoekers die kwik in de waterstroom lozen. Reeds in de jaren negentig, schreef de journalist  Rachel van der Kooye, een uitgebreid artikel  in deze krant over  de veel te  hoge en dus onacceptabele kwikconcentratie in onze atmosfeer, en wel boven onze hoofdstad. Een Amerikaanse wetenschapper had hiervoor metingen gedaan  en die openbaar gemaakt.  De man moest spoedig het land verlaten na vanwege het ministerie van Arbeid, bedreigingen te hebben ontvangen. Reeds toen was het duidelijk, dat we door de goudbranderijen in onze hoofdstad zonder de nodige filterinstallaties op de schoorstenen, voortdurend werden vergiftigd. En daar is nooit verandering in gebracht, omdat de belangen van bepaalde invloedrijken en zeker ook politici, zwaarder wogen en nog steeds wegen dan die van de volksgezondheid. Wat de zaak nog erger en hypocrieter maakt, is dat Suriname het zogeheten Minamata-verdrag mede heeft ondertekend en later geratificeerd in De Nationale Assemblee, maar niets doet om het gebruik van kwik en de daarmede gepaard gaande vergifiting van flora en fauna en de mens, tegen te gaan. Nu is door het NIMOS en de Anton de Kom Universteit wederom vastgesteld, dat er aan deze levensgevaarlijke toestand, veroorzaakt door voortdurende kwikvergiftiging in stad en binnenland, niets is veranderd en dat er toch zal moeten worden ingegrepen, willen we niet nog meer schade aan de volksgezondheid en biodiversiteit toebrengen. Maar willen we wel iets doen om deze onhoudbare toestand een halt toe te roepen? Of mogen we allemaal verrekken, omdat een stel asocialen maar meer geld wil verdienen? We kunnen toch geen verdragen tekenen en ons niet houden aan hetgeen overeengekomen is?  Men vergeet maar al te snel in dit land dat het buitenland op ons let en een oordeel omtrent ons handelen zal uitspreken. Suriname maakt al jaren een slechte beurt als het gaat om de bestrijding van het gebruik van het zeer gifitge kwik, terwijl er alternatieven zijn in de goudwinning om geen kwik te gebruiken en voor de goudbranderijen is het mogelijk, filterinstallaties aan te brengen en zo de gehele gemeenschap vrijwaren van schade aan de gezondheid. Laten we hopen dat deze regering wel de moed kan opbrengen om de gemeenschap beter te gaan beschermen. Het kan namelijk nimmer zo zijn dat bepaalde lieden een vrijbrief hebben anderen hun gezondheid aanhoudend te beschadigen.

More
articles