ORI PLUKT DE KERSEN VAN LEVENS

De nieuwe onderwijsminister nam enige tijd geleden een beleidsagenda over van diens voorganger, die uniek, gedurfd en uitdagend was. De politieke omstandigheden, het moment van intrede en de bestuursstijlen van beide beleidsmakers verschillen.

Levens was als derde vervanger en meest ervaren bestuurder in het kabinet Santokhi-Brunswijk, van een eigen politieke partij en bovendien, meer in een mentor- en nestorrol, naar meerdere van het jonge bestuursteam. Haar netwerk als oud-minister van Buitenlandse Zaken en haar collegiale relatie in het kabinet Venetiaan, tezamen met de huidige president, gaven haar een vastberadenheid in koers.

De beleidsvrouwe nam dit ter harte met de meest ambitieuze hervormingsagenda sinds – destijds – minister Venetiaan. Behalve het 9e en 10e leerjaar, een mindere focus op landelijk toetsen en het doorstroombeleid, plaatste Levens de focus op STEM-vakken, een brede internationale outlook en beroepsonderwijs. Daarnaast was zij in partnerschap met de verschillende onderwijsaanbieders, bereid tot dialoog en ontving ze regelmatig vertegenwoordigers van het vakwezen.

Minister Ori was instrumenteel in het politieke succes van de VHP en de huidige president. Als ambassadeur in een buurland dat lid is van de EU, rustte op hem geen enkele verplichting om de missie te aanvaarden, toen de NPS uit de regering trad en de politieke realiteit een ministersvacature opleverde bij Onderwijs. Desondanks nam hij de bestuursopdracht ter hand. Zijn stijl, gericht op directheid en zijn ervaring op academisch niveau, is non-bureaucratisch. Net als Levens, heeft hij geen complete vervanging van het topkader gedaan, maar wel geprobeerd een eigen stempel op het beleid te drukken.

Ori is in zekere zin politiek meer beïnvloedbaar, door de grootste regeerpartij en door het populisme, waar de president in de ban van is. De opdracht lijkt van bovenaf te zijn gegeven om de minder populaire initiatieven, zoals doorstroom, niet voort te zetten. Dat blijkt voor het leerjaar 2023-2024 achteraf, ook niet te zijn gedaan. Er is afgestapt van automatisch doorstromen, maar er is wel een tussenvorm, met herkansing van bepaalde vakken, geïntroduceerd.

Verschillende bonden voelen zich onvoldoende gehoord door de huidige minister, die misschien niet altijd een luisterend oor biedt. De toename aan protestacties, kan echter ook te maken hebben met de groeiende politieke druk, nu een verkiezingsjaar op komst is.

Met recente beleidswijzigingen lijkt Ori niet te gaan voor een volledig terugdraaien van wat Levens in werking heeft gezet, maar op meer gebieden, een tussenweg die in het midden ligt van de verouderde werkwijze en de nieuwe internationale inzichten. Over enkele weken ontvangt de beleidsman, in de vorm van toetsresultaten, slagingspercentages en overgangscijfers, het eigen rapport voor de geërfde, gemaakte en gecorrigeerde beleidskeuzes.

R.B.

More
articles