De dringende behoefte aan regulering en structurering van presidentiële commissies wordt versterkt door het belang van transparantie en verantwoordingsplicht in het besluitvormingsproces van de overheid. Het is essentieel dat deze commissies duidelijke richtlijnen volgen en verantwoording afleggen aan het publiek. Regering na regering steunt op het werk van commissies. Politiek is het een handig antwoord om te roepen dat voor een bepaald probleem al een commissie in het leven geroepen is. Bestuurlijk kan een commissie soms bij elkaar brengen wat via de Raad van Ministers of via de onderraden, moeilijk tot stand komt. En staatsrechtelijk kan, vanwege de scheiding der machten, of vanwege het feit dat parastatale bedrijven en instanties moeten samenwerken met bestuursorganen, soms een onderwerp personen en instanties bij elkaar brengen om samen resultaat te bereiken.
De mindere kant van dit alles is dat er een overlapping ontstaat aan bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zeggenschap, terwijl men voor eindverantwoordelijkheid wegrent. Daarnaast gaan er kapitalen aan vergoedingen en het bekostigen van privileges en reizen naar commissiewerk.
Er zijn verschillende suggesties geuit om positief resultaat te bereiken, waaronder het vaststellen van formele richtlijnen en procedures voor het oprichten en opereren van presidentiële commissies. Daarnaast wordt ook de noodzaak benadrukt van een transparant en openbaar proces voor het selecteren van leden van deze commissies, om belangenconflicten te voorkomen en de integriteit van hun werk te waarborgen.
De oproep tot regulering en structurering van presidentiële commissies komt op een moment waarop hun rol en invloed in het beleidsproces steeds belangrijker worden. Het is cruciaal dat de autoriteiten deze oproep serieus nemen en actie ondernemen om ervoor te zorgen dat presidentiële commissies effectief, transparant en verantwoordelijk opereren binnen het kader van goed bestuur.
Het is tijd om regelgeving of minstens beleidsregels te formeren op dit punt. Er dient onder het directoraat Algemene Zaken van Binnenlandse Zaken, een centraal secretariaat, een centraal vergaderpunt en een centraal informatiepunt te komen voor alle commissies. De dataverzameling, de berichtgeving en de onderzoeksresultaten moeten centraal beschikbaar zijn.
Behalve regels, moet in rapportages ook persoonlijke verantwoordelijkheid gezocht worden bij degenen die leiding geven aan commissies. In Nederland is de voorzitter de eindverantwoordelijke en ook de naamgever van de commissie. Een commissie met iemands naam zal aansporen tot resultaten en tot rapportage. Niemand wil persoonlijk erop aangekeken worden niets te hebben gedaan, maar wel vergoedingen op te hebben gestreken. Daarnaast zijn eerbare technocraten eerder geneigd, wanneer hun reputatie en lot verbonden is, aan integriteit en onafhankelijkheid van het werk, zich te verzetten tegen invloed van buitenaf of pogingen hen te compromitteren of politiek te misbruiken.
Wat zou minstens geregeld moeten worden? De vergoeding, een opgave van werkzaamheden en tussentijdse rapportage. Zelfs ministeries en de president moeten minstens eenmaal per jaar in De Nationale Assemblee, tijdens de begrotingsbehandeling en politieke beschouwingen, rechtstreekse vragen aanhoren. De eindverantwoordelijke, in politiek bestuurlijke zin, moet aangewezen worden bij formatie. Dit kan door bijvoorbeeld de betrokkenen te koppelen aan de onderraad van de raad van ministers waar onderwerpen logischerwijs thuis horen. Tot slot moet openbaarheid van bestuur geregeld worden binnen een periode, met omgekeerd geheimhouding vanwege staatsveiligheid, voor een klein gedeelte van documenten, in navolging van het instrument van comité-generaal van De Nationale Assemblee. Om (verder) misbruik te voorkomen, moet gebruik geregeld worden.