Udo Karg, voorzitter Surinaamse Seafood Associatie (SSA), zegt in reactie op uitlatingen van de Guyanese president Irfaan Ali, dat ondanks de president ontevredenheid toonde over een vermeende toegezegde uitreiking van visvergunningen aan Guyanese vissers, er geen sprake van kan zijn, omdat de CARICOM-lidstaten in het Caribisch gebied, zullen moeten instemmen met een wijziging van de vigerende wetgeving

Volgens hem kan onze overheid niet toestaan dat Guyanese vissers en anderen uit het Carabisch gebied visvergunningen zullen krijgen. Hoewel president Ali zich stoort aan het niet verstrekken van de visvergunningen door Suriname, is zijn wens niet gebaseerd op juridische gronden.

Karg stelde dat het juridisch onmogelijk is voor Suriname visvergunningen af te geven aan Guyana vanwege de CARICOM-regelgeving, die vriendjespolitiek tussen de lidstaten wil voorkomen. Voorts benadrukte Karg dat de wetgeving zelf aan president Santhoki niet zonder meer toestaat visvergunningen te verstrekken aan Guyanese vissers. Hiervoor zou hij ook de toestemming van het parlement moeten verkrijgen, maar dan nog is de wetgeving van CARICOM-lidstaten een drempel om de visvergunningen te kunnen uitreiken. Ook refereerde Karg aan het Visserij Management Plan Suriname, waarvan artikel 17 en 18, lid 2 van de Zeevisserijwet, zowel de verhuur als verkoop van visvergunningen verbiedt. Volgens het plan blijkt in de praktijk, dat onder niet valide redenen een vaartuig dat aan een ander toebehoort, op de eigen naam bij de MAS wordt aangeboden voor registratie. Om aan te tonen dat men eigenaar van het vaartuig is, wordt dan op papier de eigendom van het vaartuig overgedragen. Daarnaast wordt een schrijven van het directoraat Visserij van ‘geen bezwaar’ overgelegd. Karg refereert aan de jaren ‘60 van de vorige eeuw, toen al toezicht op onze visgronden werd gehouden, wat heeft geleid tot het instellen van voorwaarden voor visvergunningen en verschillende visserijzones. Volgens hem heeft Guyana toen geen vergelijkbare maatregelen genomen, wat heeft geleid tot uitgeputte visgronden. Ofschoon de Guyanese regering niet voldoende actie heeft ondernomen om de uitputting te voorkomen, protesteerde de Guyanese president tegen de houding van Suriname, geen Guyanese vissers visvergunningen te verstrekken. Evenwel maakt Karg duidelijk dat met de Guyanese vissers een goede relatie onderhouden wordt, maar ook met de Venezolaanse vissers, Filippijnse vissers en anderen.

‘’Echter, zodra er gemerkt wordt dat diefstal plaatsvindt op de visgronden, moeten er maatregelen getroffen worden”, aldus Karg.  Eerder benadrukte hij in de media dat Suriname te maken kan krijgen met internationale repercussies, omdat Guyanese vissers Surinaamse vissersboten zouden namaken om vervolgens illegaal in Braziliaanse en Frans-Guyanese wateren te vissen. Als de Surinaamse regering besluit om tegen de wettelijke regels in visvergunningen af te geven aan Guyana, zal de visserijsector hierop reageren.