“Er zullen mensen zijn die alle soorten geruchten gaan verspreiden. Zo heb je een gezaghebbende economische vereniging. Wanneer de koers stijgt, leveren ze kritiek en als die daalt, leveren ze ook kritiek. Wel, laten ze een spiegel voor zichzelf houden, zodat zij  zichzelf gaan beoordelen. Voorlopig moeten ze zich niet bezighouden met de economie”, stelde de president. “Ze hebben er geen verstand van! Ik zeg: Ze hebben er geen verstand van! If den wan sabi fa yu set’ a economie dan den musu kon na Chan”, zei de president tevens VHP-voorzitter. Deze opmerkingen van president Chandrikapersad Santokhi hebben diverse reacties teweeggebracht.

De voorzitter van de VES reageerde onder andere door te stellen dat de VES dwars door alle regeringen, een kritische houding heeft gehad en de vinger altijd op de zere plek heeft weten te leggen. De president mag burgers en maatschappelijke organisaties niet op deze wijze bespreken, en hij moet erop toezien dat er geen inbreuk wordt gepleegd op de vrijheid van meningsuiting en andere onderbouwde inzichten.  Van de VES is bekend dat zij zich overwegend kritisch heeft opgesteld, ook naar deze regering. En dat is mijn probleem met deze organisatie. Ik kan mij geen artikel of interview herinneren, waarbij de VES haar gal niet heeft gespuugd over het beleid van deze regering. Het is één en al afkraken van alles wat deze regering doet. Hoewel de regering ook beschikt over gerenommeerde economisten, heeft de VES zich altijd als betweter/superieur opgesteld. De omstandigheden waaronder de regering Santokhi de macht overnam, waren niet mals. Met de kennis en ervaring van haar team, waarin er ook economisten zitten, probeerde de regering uit het diepe dal te klimmen. Maar telkens kraakte de VES met tegenargumenten het beleid af. De VES moet zich realiseren dat haar houding de afgelopen vier jaar zeer frustrerend moet zijn geweest voor de regering. Alles afbrekend. Het lijkt alsof de VES voortdurend op zoek was naar een stok om de regering mee te slaan. Het is toch niet waar dat de regering niets zinnigs heeft gedaan? Kijk maar naar haar startpositie en naar haar huidige positie. In vier jaar tijd is:

1. Een negatieve internationale reserve gebracht naar USD 1.2 miljard
2. De positie van 2-3 weken importdekking gebracht naar zes maanden importdekking.
3. Er een stijgende kasreserve.
4. Inflatie van 60 procent teruggedrongen naar 14 procent.
5. Het begrotingstekort teruggebracht van 18% naar 3%.
6. Er economische groei van -16% naar + 3 % geprojecteerd door het IMF.

Eenieder is gebaat bij opbouwende kritiek, maar kritiek ter wille van kritiek is afschuwelijk. De VES heeft zich negatief kritisch opgesteld. Zij heeft haar ogen vermoedelijk onbewust gesloten voor de positieve resultaten die de regering boekte. Het is een kunst om fouten aan een systeem te ontdekken, nog grotere kunst is om het systeem te ontwikkelen en het draaiende te houden. Het zou de VES sieren om de verworvenheden van deze regering ook te benoemen en te onderkennen. Dit is naar mijn mening de reden waarom de president hard heeft uitgehaald naar deze economische vereniging. De president heeft een aantal voorbeelden gegeven van wat de regering in de afgelopen periode heeft gerealiseerd. Maar de VES sloeg daarop geen acht en leverde alleen maar kritiek. Deze houding van de vakorganisatie getuigt niet van een constructieve opstelling. De VES moet niet met het etiket lopen dat alles wat zij roept en voorstelt, soelaas zullen bieden. Nergens in de wereld is het altijd uitgekomen wat economisten hebben voorspeld. Nederland heeft de beste economen, desondanks maakt het land gemiddeld om de tien jaar een economische duik mee, die enkele jaren duurt. Hun analytisch vermogen helpt niet de steeds terugkerende economische dip te voorkomen.  Ook de NDP heeft kritiek geleverd op de uithaal van de president. De NDP is van oordeel dat de uitspraken van de president:

1. Vragen oproept over het respect voor academische prestaties.
2. Problematisch en ondermijnend zijn, ze kunnen door jongeren worden opgevat als een ontmoediging om te streven naar hoger onderwijs.
3. Bijdragen aan het ondergraven van het vertrouwen in wetenschappelijke en academische kennis.

Dit doet mij denken aan de uitspraak van wijlen parlementariër Iding Soemita in het Surinaams parlement: “Meneer de voorzitter, hoe meer ingenieurs er in Suriname komen, des te meer het land onder water loopt.“ De uitspraak van de leider van een grote politieke partij, heeft geenszins ertoe bijgedragen dat Surinaamse jongeren ontmoedigd raakten om verder te studeren. Kijk maar naar het aantal academici in ons land. De kritiek van de NDP lijkt mij kort door de bocht.

JACK MOHANLAL