REKENKAMER RAPPORTEERT TRIEST BEELD

Het Rekenkamerverslag 2023 laat een beeld zien van de staatsfinanciën, volgens het IMF en volgens de ratingbureaus, een van de grootste risico’s van onze ontwikkeling als land, die niet noemenswaardig afwijkt van de periode waarin thans veroordeelden en voortvluchtigen financieel de dienst uitmaakten in dit land.

Met SRD 24 miljard aan uitgaven is maar 47% gerealiseerd, wat kort gezegd erop neerkomt dat de overheid binnen het rapportjaar, meer dan de helft van de beleidsvoornemens weer niet nagekomen is. De totale binnenlandse (volgens internationale definitie) en buitenlandse staatsschuld bedroeg per december 2023, SRD 124.070,0 miljoen, respectievelijk SRD 27.214,5 miljoen om SRD 96.855,5 miljoen (USD 2.603,6 miljoen). Een knap staaltje definiëer- en rekenwerk, want volgens de Centrale Bank van Suriname, in haar stabiliteitsrapport in een overlappende periode, zou het gaan om minstens USD 3.1 miljard aan buitenlandse schulden alleen.

Neem mee, dat het Algemeen Bureau voor Statistiek over de vergelijking maart 2023 – maart 2024, het inflatiecijfer trekt naar 26,8%, en de tunnel lijkt nog behoorlijk schaars verlicht.

De wettelijke taak van de Rekenkamer is het rechtmatigheids- en doelmatigheidsonderzoek. Zo noemt het rapport drie fraudegevallen bij BIBIS, waarvan geen enkele tot strafrechtelijk onderzoek geleid heeft. Voor twee dienstreizen is geen autorisatie opgemaakt, terwijl de Rekenkamer niet kon beschikken over informatie wie middelen vrij had gemaakt of ter beschikking had gesteld. Terwijl op dat ministerie geen behoorlijk personeelsbestand is aangetroffen. Personeelsdossiers dienen gecompleteerd te worden en ook de berging moet op orde worden gebracht. De mutaties van de in- en uitstroom van ambtenaren dienen tijdig en juist verwerkt te worden in de administratie. Veel ministeries, waaronder BIBIS, hebben helemaal niet gereageerd op het conceptrapport van bevindingen van een controle. Dat geldt voor onder meer OW, TCT, en GBB, waar respectievelijk Pan Am, SLM en Sabaku de interesse van het publiek getrokken hebben. Juist daar zou rechtmatigheid en doelmatigheid tegen het licht gehouden moeten worden en zouden de ministers vooraan moeten staan met alle informatie en uitleg.

Het feit dat over grote schandalen uit dit rapport weinig anders valt te halen dan de algehele conclusie dat de overheidsfinanciën niet geordend zijn, de bestuurscultuur niet verbeterd is, en dat het bestuur van het land en met name het financiële bestuur, inmiddels al bijna drie jaar overgenomen is van veroordeelde criminelen, die voorheen verantwoording droegen, maakt dit alles tot een triest beeld. De vernietigende eindconclusie van de Rekenkamer zelf is glashelder: Zij kan op basis van de Wet Rekenkamer Suriname 2019 geen goedkeuring geven aan de rekening van ontvangsten en uitgaven over het dienstjaar 2021.

More
articles