Suriname deelt het Guyana-Surinamebekken voor de kust met Guyana, dat momenteel profiteert van een grote olie-explosie. De Surinaamse regering hoopt een soortgelijke economische bloei te ervaren en heeft grote verwachtingen van haar offshore-olievoorraden. Hoewel er druk is om deze voorraden niet te benutten vanwege de wereldwijde inspanningen tegen klimaatverandering, is er nog steeds ruimte om dit zorgvuldig te doen. De aankondiging in 2022 van TotalEnergies en APA Corporation dat de definitieve investeringsbeslissing (FID) voor Blok 58 werd uitgesteld, was een tegenslag voor de plannen van Suriname. Dit uitstel werd veroorzaakt door verschillende factoren, waaronder teleurstellende exploratieresultaten en politieke spanningen.
TotalEnergies en APA hebben aangekondigd ontwikkelingsstudies uit te voeren in 2023, een voorloper van de FID. De partners hebben een winbare hulpbron van 700 miljoen vaten geïdentificeerd en zijn van plan om een drijvend productieopslag- en ontladingsschip (FPSO) te installeren in Blok 58 met een capaciteit van 200.000 vaten per dag. De verwachte break-evenprijs van Blok 58 wordt geschat op USD 25 per vat, wat aanzienlijk lager is dan andere offshore-jurisdicties. Dit maakt het project zeer aantrekkelijk voor investeringen.
Oorspronkelijk werd verwacht dat de olieproductie in 2025 zou beginnen, maar nu wordt verwacht dat de investeringsbeslissing eind 2024 wordt genomen, met de eerste olie gepland voor 2028. De ontdekte olie in Blok 58 is aantrekkelijk vanwege de lage CO2-uitstoot en gunstige kosten, waardoor het een winstgevend project kan zijn. Hoewel er druk is om snel te handelen, moet Suriname ervoor zorgen dat de exploitatie van haar olievoorraden op een duurzame en verantwoorde manier gebeurt. De regering heeft gunstige regelgeving geïmplementeerd om investeringen aan te moedigen en heeft de tijd genomen om het potentieel van het gebied te verkennen voordat de productie begint.