Edmund Blufpand, voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Melkboeren (VSMB), zegt dat de droogte een slechte invloed heeft op de groei van het gras. Volgens hem groeit het gras trager. “Maar het voordeel is wel dat het gras minder vochtig is, dus voedzamer”, aldus Blufpand. Voorts is hij van mening, dat de droogte niet echt nadelig is voor de melkproductie. “Uiteraard moet deze niet te lang aanhouden. De sector heeft andere problemen die een veel grotere rol spelen”, aldus Blufpand.
Hij wijst erop dat de problemen in de sector nog steeds dezelfde zijn. Blufpand somt op: vergrijzing, slechte irrigatie en ontwatering, hoge kosten voor voer. Ook zegt hij dat er geen geschikte grond te verkrijgen is, de verkaveling van veegronden, weinig tot geen begeleiding vanuit het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. Blufpand maakt ook duidelijk, dat er geen inseminatiemogelijkheden zijn, geen goedkope kredieten om te kunnen investeren, weinig en/of achterhaalde mechanisatie. Volgens Blufpand is er geen vooruitzicht op snellere oplossingen in de melkveesector. “Waardoor er geen animo is”, aldus Blufpand.
Mukesh Ramlagan, voorzitter van de Veehoudersbond Suriname (VHB), zegt dat er binnen zijn organisatie weinig wordt geklaagd over de huidige droogte, die zijn voor- en nadelen kan hebben. Volgens hem zijn de boeren van zijn organisatie op verschillende locaties op zoek naar gras. Hij geeft als voorbeeld laagliggende percelen die het voordeel opleveren van schoongemaakte weilanden.
Volgens hem hebben de boeren wel moeite om voldoende gras voor het vee in de stallen te hebben. Hij wijst erop dat veel veehouders langs de weg in sloten en op overwoekerde leegstaande percelen naar gras zoeken. Echter is dat soms gevaarlijk, omdat volgens hem Openbare Werken de laatste tijd bij het schoonmaken van de sloten de begroeiing (gras) niet meer ophaalt, maar met verdelgingsmiddelen het gras bespuit. Volgens Ramlagan vormt dat een groot risico voor het vee, dat met dit gras wordt gevoed. Hij zegt dat het ministerie vooraf het voorgaande zou moeten melden.
Ook zegt hij dat sommige veehouders van verre op zoek gaan naar gras en niet bewust te zijn van het bespoten gras. Vaak is het nadelig voor de veehouders als ze niet ontdekken, dat het gras bespoten is met een of ander bestrijdingsmiddel.
“Daarmee kunnen de koeien niet gevoed worden”, aldus Ramlagan. Hij sprak ook over het rëele inkomen van huishoudens en is van mening dat het aanbod van de producten van melkvee, niet rechtstreeks gaan naar de veehouders, maar naar tussenhandelaren en anderen, waardoor ze niet zoveel greep hebben op de prijzen die de consument moet betalen. Ramlagan riep op tot het verwijderen van opkopers die ongevoelig zijn voor prijsopdrijving.
Ook wees hij erop, dat aan het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij meer dan eens is gevraagd, de VHB een vergunning te verstrekken voor het opzetten van een veemarkt. Volgens hem is daarop nog steeds niet gereageerd door de overheid. Ramlagan zegt dat zijn organisatie niets meer verwacht van deze regering om melkveehouders te helpen.