President Santokhi heeft een politieke manoeuvre waarbij hij zijn Eerste Burgerschap gebruikt om als wandelend organogram, de verdeling van bevoegdheden van functionarissen, bestuursorganen, staten uit te leggen in de meest theoretische bewoordingen. Wie zijn colleges aanhoort over bijvoorbeeld de arrestatie van Bouterse of Hoefdraad, de ‘publiek-private samenwerking’ inzake Pan American Real Estate of meest recent Stichting Radje Rijst Industrie en de 200 hectare bekend als Stalweide III, zou zich in een college staatkunde wanen van de hoogste wetenschappelijke orde en achtergelaten worden, gelovend dat het presidentschap een haast ceremoniële functie is met wat restant bevoegdheden.
Hoewel de president zijn gebruikelijke spierballentoon aanheft over wat er ‘zal en kan’ gebeuren ‘als er koppen moeten rollen’, blijft het publiek altijd achter met druipende gladheid en ongrijpbaarheid, want zijn eigen toewijding, daadkracht, acties of tijdstippen waarop iets verwacht mag worden, zegt hij zoals gebruikelijk niet toe. Hij noemt de wettelijke mogelijkheid tot aangifte, met een lange lijst van anderen die dat zouden kunnen dan hij zelf. En Santokhi-volgers voelen al aan hun wateren aan, dat het woord ‘commissie’ en de kans om wat vertrouwelingen voor hun betrokkenheid weer SRD 12.000 per maand toe te bedelen, niet ver verwijderd kunnen zijn.
De VHP-fractieleden in DNA, afkomstig uit Nickerie, hebben namelijk in november 2023 al aangekondigd, aangifte te zullen doen. De graasweide is in het recente collectieve geheugen, altijd onder het beheer van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij voor collectieve veeteelt ter beschikking geweest van de lokale gemeenschappen van veehouders. Er is echter hevige politieke verdeeldheid, over de vraag of de regering haar huiswerk gemaakt heeft, om die status te garanderen.
Minister Vorswijk en haar partijgenoot mr. Harish Monorath, houden vol dat de uitgifte van 200 hectare aan een ‘stichting die onderdeel uitmaakt van een consortium dat gericht is op rijst’, ‘per abuis’ zou zijn uitgereikt.
De president heeft curieus genoeg, assembleeleden opgeroepen om naar aanleiding van deze ‘vergissing’, een motie van wantrouwen tegen de minister van Grondbeleid en Bosbeheer in te dienen. Volgens artikel 74 en 83 van de Grondwet heeft De Nationale Assemblee de bevoegdheid om de president en de vicepresident te kiezen en tussentijds te doen aftreden. Die bevoegdheid ontbreekt voor ministers. Artikel 110 lid e. kent aan de president zelf de bevoegdheid toe tot ‘het benoemen en ontslaan van ministers’.
De president weet dit, want de president heeft het ontslag van de voorganger van Vorswijk aangenomen, na haar samen met de vicepresident en diens broer, begunstigden van uitgiften waaraan de voorganger niet wilde meewerken, onder hevige druk te plaatsen, zelf aanvaard.
De president lijkt een andere route voor te stellen voor Vorswijk dan voor Pokie, niet vanwege een fundamenteel verschil in administratieve werking of details van het overheidsorganogram, maar eerder vanwege politieke overwegingen en mogelijke belangen die verband houden met de gebroeders Brunswijk. Het lijkt erop dat het verkrijgen en behouden van steun van de gebroeders Brunswijk voor de president, van groter be-lang is dan het rechtzetten van de situatie in Stalweide III. Ondanks eventuele politieke manoeuvres die de president voor zijn achterban in het district probeert uit te voeren, lijken zijn acties voornamelijk ingegeven te worden door politieke overwegingen en belangen.
R.B.