De goedkeuring door de Venezolaanse Nationale Vergadering van een wet waarbij de regio Essequibo in Guyana tot deel van Venezuela wordt verklaard, is door de regering van Guyana streng berispt. Guyana heeft een beroep gedaan op de internationale gemeenschap om het ‘illegale expansionisme’ van Venezuela te verwerpen en de oplossing van deze territoriale ruzie via het Internationaal Gerechtshof (ICJ) te steunen.
De Nationale Vergadering van Venezuela zei op 21 maart 2024 dat zij de organieke wet voor de verdediging van Guayana Esequiba heeft aangenomen, met als doel mechanismen in te stellen voor “de bescherming van het grondgebied” en de claim van Venezuela op de regio te versterken. Deze wet, bestaande uit 39 artikelen, overgangsbepalingen en slotbepalingen, schetst de stappen voor de oprichting van een staat Guayana Esequiba, inclusief de benoeming van een gouverneur en de overname van wetgevende functies door de Nationale Vergadering totdat een meer permanente bestuursstruc-tuur is gevestigd. Bovendien verplicht de wet de opname van Guayana Esequiba op alle politieke kaarten van Venezuela en stelt het een Hoge Commissie voor de staat in, wat de intentie van Venezuela onderstreept om de regio volledig te integreren. De wet wacht nu op constitutionele ratificatie door het Venezolaanse Hooggerechtshof.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking van Guyana uitte op 22 maart 2024 zijn “ernstige bezorgdheid” over de acties van Venezuela. Volgens het ministerie is deze stap van Venezuela “een flagrante schending van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Guyana” en schendt het “de fundamentele beginselen van het internationaal recht die zijn vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties”. Bovendien zei Guyana dat het in tegenspraak is met de voorlopige maatregelen die op 1 december 2023 door het Internationaal Gerechtshof zijn uitgevaardigd, en met de Argyle-verklaring die op 14 december 2023 is overeengekomen door de leiders van CARICOM, Brazilië, de vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN, en de presidenten van Guyana en Venezuela. Het ICJ verbood het plegen van acties die de territoriale controverse zouden verergeren. In de Argyle-verklaring kwamen de presidenten van de twee naties overeen de vrede te handhaven. “Guyana blijft zich inzetten voor vrede aan zijn grenzen en in de regio. Het land zal niet toestaan dat zijn soevereiniteit en territoriaal grondgebied worden toegeëigend”, aldus de regering.
Guyana zei dat het al zijn inspanningen onder het internationaal recht zal doen om ervoor te zorgen dat zijn soevereiniteit en territoriale integriteit intact blijven.
