De situatie op Haïti wordt steeds gevaarlijker en uitzichtlozer door het aanhoudende en zich uitbreidende bendegeweld in voornamelijk de hoofdstad Port-au-Prince. Verschillende diplomatieke missies op dit deel van het eiland Hispaniola, hebben hun personeel door middel van chartervluchten al uit Haïti geëvacueerd. Het is geen geheim dat rivaliserende bendes er alles aan doen om vooral de hoofdstad over te nemen en de strijd hebben aangebonden met de politie, die nauwelijks of niet de veiligheid nog kan garanderen.

Volgens meldingen doet de grootste bende nu pogingen het internationale vliegveld van Haïti, over te nemen. Het overgrote deel van de hoofdstad zou naar verluidt, al onder controle zijn van bendes. Het land is vrijwel stuurloos en er dreigt zelfs hongersnood. Met buitengewone belangstelling en bezorgdheid kijken verschillende landen van het westelijk halfrond toe wat zich daar afspeelt. Ook binnen de Verenigde Naties is men zich aan het beraden, hoe zo snel mogelijk daar ingegrepen kan worden om een totale humanitaire ramp, te voorkomen. Er zal voor de zoveelste keer, gewapenderhand op Haïti ingegrepen moeten worden en wel in collectief verband met aan de leiding een groot land, dat militair-organisatorisch en op logistieke wijze, zaken goed kan begeleiden en in de hand houden. Tot op heden is er veel gepraat en weinig gedaan en wordt de situatie op Haïti met de dag erger, en is het zelfs zo, dat Haïtianen op de vlucht zijn geslagen, richting het belendende Santo Domingo. Santo Domingo heeft militairen naar de grens gestuurd om een influx van Haïtianen, zo goed als mogelijk tegen te houden. Er wordt thans gesproken over het sturen van troepen die de bendes op het eiland zullen moeten neutraliseren, hetgeen geen gemakkelijke opgave zal zijn, omdat deze bendes goed bewapend zijn en de beschikking hebben over automatische wapens.

Vanwege onze regering  wordt er reeds gedacht om militairen van ons Nationaal Leger naar Haïti te sturen. Hier dient zeker niet lichtzinnig over gedacht te worden en een voorbereiding in die richting dient zeer intensief en serieus te geschieden. Zonder een grote, zeer krachtige militaire eenheid uit bijvoorbeeld  de Verenigde Staten van Amerika, Brazilië, Nederland en of Frankrijk, moet geen enkele militair van Suriname, richting Haïti gaan. Het zou onze jongens in groot gevaar kunnen brengen. Als bijvoorbeeld de Brazilianen en Amerikanen besluiten te gaan met een interventiemacht, kunnen wij bijvoorbeeld één of twee pelotons als ondersteuning meesturen, maar die dienen wel de volledige dekking en ondersteuning van deze grootmachten te hebben. Als dat niet het geval is, moet geen enkele militair van het Nationaal Leger daarheen worden gestuurd.