In de reçu-fraude die in 2022 werd geconstateerd op het ministerie van Financiën, werd een aantal verdachten aangehouden. Het Openbaar Ministerie heeft aangekondigd dat op 22 februari 2024, de behandeling van de reçufraudezaak tegen de verdachten D. Kom, M. Kom, Y. Rother, M. Rother, R. Koendjbiharie en S. Cruden is voortgezet door de kantonrechter. Tijdens deze zitting hebben de verdachten de kans gehad om hun laatste woord te voeren voordat de uitspraak werd gedaan. Verdachte Cruden was niet aanwezig. De kantonrechter heeft de verweren en excepties van de raadslieden verworpen.
- Rother is veroordeeld voor het ten laste gelegde feit onder 2 van de tenlastelegging, namelijk money laundering, tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 10 voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. De overige aanklachten tegen hem zijn verworpen. Cruden is vrijgesproken van alle aanklachten.
- Kom is veroordeeld voor feit 1a van de tenlastelegging (money laundering) tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 9 voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. De in beslag genomen goederen zijn verbeurd verklaard, maar zij is vrijgesproken van feit 2 (heling).
- Rother is veroordeeld voor de feiten 1 (deelneming aan een criminele organisatie), 2a (money laundering), 3 (valsheid in geschrifte) en 4 (oplichting) tot een gevangenisstraf van 5 jaar, met aftrek van voorarrest. Ook zijn de in beslag genomen goederen verbeurd verklaard. Voor de overige aanklachten is hij vrijgesproken.
Koendjbiharie is veroordeeld voor de feiten 1 (deelneming aan een criminele organisatie), 2a (money laundering) en 3 (valsheid in geschrifte) tot een gevangenisstraf van 5 jaar, met aftrek van voorarrest. De in beslag genomen goederen zijn verbeurd verklaard.
- Kom is veroordeeld voor deelneming aan een criminele organisatie, money laundering, valsheid in geschrifte en oplichting tot een gevangenisstraf van 5 jaar, met aftrek van voorarrest. Ook zijn de in beslag genomen goederen verbeurd verklaard.
Keerpunt was eigenlijk zeer verbaasd dat de verdachten kans hebben gemaakt op vrijspraak, aangezien alle bewijzen tegen hen gebaseerd waren op financiële transacties. Wij gaven daarom vanaf het begin de gewezen minister van Financiën, Armand Achaibersing, groot gelijk toen hij stelde, dat de daad van deze mensen gewoon gelijk gesteld kon worden aan ‘ordinaire diefstal’, gepleegd door mensen waar hij het volste vertrouwen in had.
Ook het rapport van accountant René Abrahams, die verantwoordelijk was voor het onderzoek van de reçu-fraude, was zeer belastend voor de verdachten. De accountant startte met voorbereidingen van het onderzoek in juli 2022, waaraan een groot aantal medewerkers van de CLAD en de Rekenkamer gezamenlijk hebben deelgenomen. Er werd toen een zeer groot aantal betalingen verricht in 2022 bij het ministerie, onderzocht. De stand van zaken per 22 juli 2022, betrof vier door de Centrale Bank uitgevoerde oneigenlijke opdrachten met vervalste handtekeningen, te weten op:
- 25 januari 2022 voor SRD 5.944.005,00 met als begunstigde M.I. Rother;
- 11 maart 2022 voor SRD 12.408.913,20 met als begunstigde M.I. Rother;
- 25 april 2022 voor SRD 14.042.700,45 met als begunstigde R. Koendjbihari;
4.14 juni 2022 voor SRD 26.922.896,97 met als begunstigde R. Koendjbihari.
Abrahams stelde voor om maatregelen te implementeren om de administratieve organisatie inclusief de interne beheersing te verbeteren en de controleomgeving te versterken. “Inmiddels zijn er in samenspraak met de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en het ministerie van Financiën en Planning maatregelen getroffen, zodat de malversaties die zich hebben voorgedaan, niet meer kunnen voorkomen. De interne beheersing is bij het ministerie en de moederbank daardoor in belangrijke mate versterkt, terwijl nog meer maatregelen zullen worden getroffen ter verdere versterking van het ministerie van Financiën”, aldus Abrahams.
Wij hopen daadwerkelijk dat het advies van de heer Abrahams is geïmplementeerd, want het systeem en de personen die de betalingen op de CBvS beheren, hebben naar onze mening, toen gefaald. In ieder geval mocht het nooit mogelijk zijn geweest dat een moederbank geld stort op een privérekening en daarbij niet optimaal de reçunummers controleerde als die dubbel voorkomen. In deze case hebben wij altijd het vermoeden gehad dat deze fraude veel langer gaande was binnen het ministerie van Financiën.
Dit vermoeden is gebaseerd op het feit dat de hoofdverdachten D. Kom en M. Rother sinds 2015 in dienst waren genomen bij het ministerie. Daarnaast vragen wij ons af, wat er is gebeurd met de medewerker van de CBvS, die ook werd genoemd in het onderzoek van deze reçu-fraude. Keerpunt heeft in die periode vernomen dat behalve de voormelde ambtenaren, ook bij de moederbank, personen behoorlijke steken hebben laten vallen. Wij vernamen toen, dat de naam van de stafmedewerker L.N. werd genoemd in het onderzoek.
Deze zelfde L.N. was toen belast met de controle van de handtekeningen op betaalopdrachten, maar heeft naar verluidt, zijn werkzaamheden zeker niet naar behoren uitgevoerd.
Voorts vernamen wij dat dezelfde L.N., ook de persoon is die het document had geantidateerd voor de interne lening van ex-governor Robert van Trikt voor de aanschaf van een Range Rover SUV.