ALS DE BERGH NIET NAAR GEERTJE KOMT

President Santokhi reageerde op de publicatie van het boek van Gerard van den Bergh: ‘Zakendoen op het hoogste niveau’, eind januari 2024, met een uitspraak in De Nationale Assemblee, de justitiële autoriteiten in Suriname en de justitiële autoriteiten in Nederland in te hebben geschakeld. Hij vervolgde dit met aanmaningen in de richting van zowel de uitgever, de schrijver als de vrije pers, in Suriname en in Nederland. In Rotterdam maakte Santokhi een kort ge-ding aanhangig tegen de auteur en ondernemer, waarin de voorzieningenrechter (de kortgedingrechter in het Nederlands burgerlijk procesrecht) op 6 maart 2024 in het nadeel van president Santokhi besliste.

Terwijl in Suriname reeds verkochte exemplaren terug worden gevorderd voor vernietiging, en zelfs specialistische veiligheidseenheden, opgeleid en ingericht voor de hoogste veiligheidsdreigingen, werden in-gezet om exemplaren op te sporen en te-rug te vorderen en het complex aan ge-drag, dusdanig tegen vrijheden en met een sfeer van intimidatie en machtsvertoon wordt uitgerold, hebben ‘justitiële autoriteiten’ in Nederland geen enkele blijk gegeven van interesse in de materie. De voorzieningenrechter, die niet tot de ‘justitiële autoriteiten’ behoort die krachtig zouden moeten optreden volgens Santokhi, maar simpelweg een civiele kortgedingrechter is, die door Santokhi op eigen initiatief persoonlijk, via tussenkomst van een Neder-landse advocaat, aangezocht is, heeft in een helder en gemotiveerde uitspraak, verduidelijkt voor eenieder, hoe grondrechten werken, beschermd horen te worden en welke tolerantie een publiek figuur, moet opbrengen. Santokhi heeft ook nationaal de druk gevoeld, door afstand te nemen van aanmaning van de geschreven pers, dit is volgens hem ‘niet de bedoeling’ en iets wat hij ‘direct heeft laten stopzetten’, toen hij het hoorde. Een gevoelige dolksteek in de rug van zijn advocaat in Surina-me, die als voorzitter van een buitenparlementaire politieke partij, persoonlijk een hoge politieke prijs betaalde voor de wijze van rechtsbijstand aan de president. De golf van wind mee, van de Surinaamse rechterlijke macht, waarop Santokhi heeft kunnen rekenen, of het nou zij in de vorm van het laten opsluiten van activisten, de ongekend lange duur van rechtszaken tegen activisten, een Openbaar Ministerie, dat een overal in verval en onbruik geraakt wetsartikel gebaseerd als majesteitschennis, bij tij en ontij zijn bescherming, verdediging en politiek voordeel inzet, het opsporen van exemplaren van het boek, heeft hij niet bij de onafhankelijke Neder-landse rechterlijke macht of ‘justitiële autoriteiten’ kunnen vinden.

Integendeel liet de kortgedingrechter in Rotterdam niet toe, dat Santokhi de discussie over zijn politieke nadeel bij een publicatie over corruptie, het accent verschoof naar gebruik van zijn foto en portretrecht:

‘De mogelijke ernst van bepaalde uitlatingen doet niets af aan het recht op een hoog niveau van bescherming, gezien het bestaan van een kwestie van openbaar belang. Dit brengt mee, dat de president onder omstandigheden moet gedogen dat zijn portret wordt gebruikt in/op een publicatie over corruptie in Suriname, zoals het boek. Daar komt bij dat de grenzen van toelaatbare kritiek ruimer zijn als het om kritiek van een politicus en staatshoofd gaat, zoals de president.’

Santokhi, die na zijn interview bij College Tour nooit meer voor een uitgebreid gesprek voor een kritisch Nederlands publiek verschenen is, door zijn voornaam-maatje Rutte, voor de camera’s terecht gewezen werd, in het toelaten van de vrije pers, tijdens het staatsbezoek, lijkt de werking van vrijheden, van de pers, van meningsuiting en op kritiek, in het bijzonder op zijn persoon, maar niet te begrijpen in de Nederlandse context. Minder nog leeft het besef dat het juist de onafhankelijkheid is en het wanvermogen de duim van macht op de weegschaal van het recht te drukken, die het verschil in hosanna stemming en wind mee rondom het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo, zo hemelsbreed anders maakt, dan in Nederlandse gerechtsbouwen en studio’s. De functionaris die wappert met wet en recht op de wijze waarop zijn voorganger wapperde met militaire cultuur, zou in feite maar een gevolgtrekking hebben en dat is om onmiddelijk zijn volle invloed aan te wenden, om alle rechtsmiddelen en machtsmiddelen die hij in Suriname tegen de publicatie en verspreiding van het boek heeft aangewend, ongedaan te maken en zich te verontschuldigen, voor zijn opstelling en hoe hij is omgegaan met zijn macht, ten nadele van de rechten en vrijheden van het Surinaamse publiek. En om terstond duidelijkheid te geven of hij de proceskostenveroordeling in zijn nadeel, van plan is te voldoen, uit privémiddelen of staatsmiddelen, nu zijn persoonlijke kruistocht voor zijn persoonlijke imago gestuit is, op toepassing van grondrechten, zoals die behoren te worden toegepast.

More
articles