Officiële staatsinkomsten geminimaliseerd door beïnvloeding drugsgelden

Volgens gerenommeerde bronnen op het economische vlak, is de Surinaamse economie sterk afhankelijk van staatsbedrijven, vooral in de diensten- en handelssector. De export van het land bestaat voornamelijk uit mineralen, waaronder goud en aardolie, die afhankelijk zijn van de prijzen op de wereldmarkt. Deze afhankelijkheid van de export levert deviezen op, maar maakt Suriname ook kwetsbaar voor schommelingen in de grondstoffenprijzen. De import bestaat voornamelijk uit investeringsgoederen en grondstoffen. Bovendien wordt naar verluidt 80 procent van de importen door malafide inkomsten, afkomstig van grensoverschrijdende activiteiten, betaald.

De afhankelijkheid van de economie van wereldwijde grondstoffenprijzen wordt weerspiegeld in de afhankelijkheid van de regering van inkomsten uit olie en goud, die 27 procent van de overheidsinkomsten uitmaakten in 2010. Suriname exporteert ook hout, met de hoogste productie in Brokpondo in 2016.

Al decennialang weten staatshoofden (Venetiaan, Bouterse) van Suriname dat er zeer veel importproducten worden gekocht met drugsgelden. Tegenwoordig met de scherpere controle van de Caribbean Financial Action Task Force (CTATF), wordt het moeilijker geld, verkregen uit drugs gerelateerde activiteiten, te gebruiken voor de handel en import.

Echter is gebleken uit betrouwbare bronnen dat betrokkenen met sluipmethoden proberen drugs gerelateerde gelden weg te sluizen om betalingen te doen in het buitenland.

De informele economie vertegenwoordigt ongeveer 20 procent van de formele economie, volgens cijfers van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Sinds zijn zelfstandigheid heeft Suriname periodes van economische neergang en hoge inflatie gekend.

De Verenigde Naties verwachten dat Suriname in 2030 nog steeds armoede zal kennen, waarmee het een van de laatste drie landen in Zuid-Amerika is, die armoede zullen uitroeien.

Steven Debipersad, voorzitter van de Vereniging van Economisten Suriname (VES), zei dat er geen economische logica is voor de lage koers van bepaalde cambio’s. Er is volgens hem een significant verschil tussen de bankkoers en de cambiokoers. “Ook wanneer er sprake is van giraal of cash, gewoon de bankkoers is”, aldus Debipersad.

Hij verwijst naar het IMF-programma voor Suriname dat aangeeft, één marktconforme valutakoers die wordt aangehouden. Hij vraagt zich af, of de bank de markt, of de cambio de marktkoers bepaalt. Ook maakt Debipersad duidelijk, dat het verschil tussen de koersen dagelijks groter wordt.

“Iets niet-economisch is hier gaande”, aldus de VES-voorzitter. Volgens hem kan het niet in een periode van twee tot drie weken dat de economie zo snel werkt. Ook is hij van mening dat in Suriname de economie vertraagd werkt of helemaal niet werkt.

Debipersad vindt dat er bij een snelle daling van de wisselkoers, geen sprake is van economische logica. Zowel het dalen van de koers als de snelheid waarmee dat is gegaan, is vreemd. Hij wees erop dat cambiohouders ook ondernemers zijn en werken met een winstoogmerk, dus gaan voor winstmaximalisatie. “Waarom zou de cambiohouder dan een lagere prijs aanbieden voor een product dat meer oplevert?”, aldus Debipersad. Volgens hem is de vraag of de cambiohouder op een andere manier wordt gecompenseerd.

‘’Vragen die beantwoord moeten worden’’, aldus Debipersad. Hij vindt dat er geen economische logica te vinden is voor het verschijnsel van de lage koers bij bepaalde cambio’s, maar andere cambiohouders kunnen een dergelijke koers niet aanbieden. Volgens Debipersad is dat geen economie, maar gewoon rationaliteit. Daarmee bedoelt hij dat bepaalde cambio’s de president proberen te ondersteunen door een andere werkelijkheid te realiseren. Echter weet hij niet, of er een bepaalde partijpolitieke affiniteit is of dat deze cambiohouders op type van compensatie belust zijn. Hij maakt duidelijk, dat de houders verlieslatend het product aanbieden, maar hun beroepsgenoten dat niet doen. ‘’Toch moet ik zeggen dat een bepaalde cambio, en ik noem geen naam, omdat ik het bewijs niet heb, die verhandelde in het weekend tegen een bepaalde lagere wisselkoers en is in daaropvolgende week duurder geworden”, aldus Debipersad. Volgens hem is er alleen een bepaalde politieke ontwikkeling te zien.

More
articles