President Irfaan Ali van Guyana en president Chandrikapersad Santokhi van Suriname, zullen naar verwachting beslissen over de financiering van de Corantijnbrug, die de twee buurlanden met elkaar zou verbinden. Dit verklaarde president Santokhi tijdens een interview met de Guyana Times aan de zijlijn van de recent afgesloten Conferentie van Regeringsleiders van de Caribische Gemeenschap (CARICOM), die vorige week in Georgetown werd gehouden. Aanvankelijk was het plan om de brug te laten bouwen volgens een Design-Build-Finance-Operate-Maintain (DBFOM) model, wat betekent dat het bedrijf dat de opdracht krijgt om de brug te bouwen, verantwoordelijk zou zijn voor het ontwerp, de constructie, de financiering, de exploitatie en het onderhoud ervan. De brug zou ook worden gebouwd via een publiek-private samenwerking (PPS).

In oktober 2023 dienden twee bedrijven – het Nederlandse ingenieursbureau Ballast Nedam en de Chinese China Road and Bridge Corporation (CRBC) – voorstellen in om de brug over de Corantijnrivier te bouwen. Deze bedrijven hebben echter aangegeven, niet aan de voorfinancieringseis te kunnen voldoen.

Volgens president Santokhi is besloten dat het team van ministers uit Guyana en Suriname dat aan dit project werkt, een ontmoeting zal hebben met de technici, om zo met een definitief voorstel te komen over de te volgen koers, die aan hem zal worden voorgelegd. “De twee presidenten van Guyana en Suriname zullen samen met de ministers een besluit nemen, en dat staat gepland voor dit eerste kwartaal van dit jaar. Dat is de planning; en we hopen dat we het eind maart of begin april kunnen afhandelen, zodat we kunnen beginnen met de bouw van de brug”, legde president Santokhi uit.

In de tussentijd zijn er volgens president Santokhi financiële instellingen die bereid zijn de bouw van de brug over de Corantijnrivier te financieren, die zou dienen als cruciale infrastructuur voor regionale integratie. Hij merkte op dat er informele gesprekken zijn gevoerd met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), die belangstelling heeft getoond voor de financiering van het project.

President Santokhi: “De bedrijven zouden met voorfinanciering moeten komen, maar ze zijn niet geïnteresseerd in die modaliteit, dus zoeken we naar andere vormen van financiering. Er zijn instellingen uit de regio en daarbuiten die bereid zijn het project te financieren. Het kan via het bedrijf zijn, of het kan de staat zijn; maar onze zaak is een beetje anders, omdat we gebonden zijn aan het IMF-programma (Internationaal Monetair Fonds), dus we kunnen de lening niet aannemen. We moeten hierin dus heel pragmatisch zijn, dus dat is het advies waar we naar op zoek zijn.”

De Corantijnbrug is een van de eerste overeenkomsten tussen de presidenten Ali en Santokhi, waarbij beide leiders eerder de cruciale rol onderstreepten die de brug zou spelen bij het bevorderen van de samenwerking, waardoor er meer ontwikkelingsmogelijkheden voor beide landen zouden ontstaan.