Guyana kan al in 2026/2027 een aanzienlijke piek in zijn olie-inkomsten verwachten, nadat het door ExxonMobil geleide Stabroek-blok-consortium (Exxon 45%, Hess 30% en CNOOC 25%) de tientallen miljarden die zijn geïnvesteerd in de exploratie en ontwikkeling van offshore energie, substantieel heeft terugverdiend.

Met miljarden die jaarlijks worden verwacht voor het Natural Resource Fund (NRF) van het land via royalty’s en winstolie, zal de totale storting van 1,617 miljard dollar van vorig jaar slechts een fractie zijn van wat het Zuid-Amerikaanse land zal ontvangen.

Dankzij het kostendekkingsmechanisme van het Stabroek-blok Production Sharing Agreement (PSA) kan het consortium 75 procent van de geproduceerde olie gebruiken om de kosten terug te verdienen. Naast een royalty van 2 procent, ontvangt Guyana 50 procnet winstolie. De andere helft gaat naar Exxon, Hess en CNOOC.

De president van ExxonMobil Guyana, Alistair Routledge, zegt dat ondanks de marktonzekerheid het huidige kostendekkingspercentage naar verwachting zal dalen.

“Er is een behoorlijke mate van onzekerheid, maar bij een redelijk bereik van olieprijzen zullen we al in 2026 en 2027 niet langer de volledige 75 procent van die limiet nodig hebben”, vertelde Routledge aan verslaggevers op een persconferentie van 6 februari. “Op dat niveau zullen we niet langer kostendekkend zijn – wat we de huidige kosten zouden noemen. En dus zullen steeds meer inkomsten uit de verkoop van ruwe olie terugvloeien naar winst in plaats van naar kostendekking.”

Routledge gaf inzicht in de huidige dynamiek van het terugverdienen van de kosten en verklaarde: “Tot nu toe hebben we op een totale basis 29 miljard dollar in Guyana geïnvesteerd. Van de 29 miljard dollar hebben we tot nu toe ongeveer 19 miljard dollar terugverdiend, sinds de start van de activiteiten in 2019.”

Hierdoor blijft er nog ongeveer 10 miljard dollar over om terug te vorderen, hoewel Exxon en zijn partners nog meer investeringen moeten doen. Ze ontwikkelen momenteel het Yellowtail-project van 10 miljard dollar, het Uaru-project van 12,7 miljard dollar, en zijn van plan om aan het Whiptail-project van 12,9 miljard dollar te beginnen zodra de goedkeuring is verleend in het eerste kwartaal van 2024. Deze projecten zullen naar verwachting in 2025 de eerste olie opleveren.

In respectievelijk 2026 en 2027, zal de productie met een gezamenlijke 750.000 vaten per dag (b/d) toenemen. Exxon onderzoekt ook actief naar meer olie- en gasvoorraden op zee.

Hoewel deze investeringen enorm zijn, vermenigvuldigt de toename van de productieniveaus bij het Stabroek-blok de snelheid waarmee de kosten worden terugverdiend. Volgens Exxon bedraagt de huidige productiesnelheid 645.000 vaten per dag (b/d) uit Liza-1, Liza-2 en Payara. Verwacht wordt dat deze productie zal verdubbelen en in 2027 de grens van 1,2 miljoen vaten per dag zal overschrijden.

De discussies over de hoogte van de inkomsten die naar het oliefonds vloeien, zijn onlangs heviger geworden nadat de regering had besloten de NRF-wet te hervormen, waardoor hogere jaarlijkse onttrekkingen uit het fonds mogelijk werden. Het fonds koppelt de jaarlijkse opnames aan de instroom van het voorgaande jaar. Daarom zorgt een grotere instroom in het fonds in één jaar ervoor dat er meer beschikbaar is voor de overheid om zich terug te trekken ter ondersteuning van haar nationale ontwikkelingsprioriteiten.

Hoewel de regering van mening is dat de huidige jaarlijkse instroom nog steeds bescheiden is in verhouding tot de ontwikkelingsbehoeften van Guyana, zei vicepresident Bharrat Jagdeo dat de uitbreiding van de jaarlijkse instroom Guyana in staat zal stellen geld uit te geven aan zijn behoeften en te sparen voor intergenerationele gelijkheid.