(SCHIJN)SANERING

De obscene overheidsuitgaven aan personeel zijn een doorn in het oog van iedere belastingbetaler en sanering daarvan staat boven aan de lijst van iedere econoom of bestuurskundige. Of het nou gaat om het IMF, de Wereldbank, VES, VSB of zelfs vakorganisaties namens de landsdienaren zelf.

Daarbij zijn er twee rechtstreeks aan te wijzen misstanden: spookambtenaren, dus personen die wel loon opstrijken, maar geen prestatie verrichten en dubbele (of zelfs meerdere) lonen en honoraria.

De enige persoon die altijd met grote trots, het ongewijzigd en onverkort uitbetalen van alles aan iedere ambtenaar, bovenaan de lijst van verworvenheden vermeldt, is de regeringsleiding. Het dikke boekwerk aan verworvenheden waar Adhin als vicepresident mee zwaaide, vermeldde het uitbetalen van lonen aan ambtenaren als een verworvenheid, terwijl ook het kabinet van president Santokhi, loonbetaling aan ambtenaren, trots vermeldt bovenaan het overzicht van successen van diens regering.

Keerpunt heeft artikel na artikel, de mythe dat ambtenaren moeilijk te ontslaan of af te vloeien zijn, ontkracht en gedeconstrueerd. Er kan echter niet genoeg herhaald worden, dat de Personeelswet, zowel onder artikel 69 de gronden voor ontslag, vergelijkbaar met het Burgerlijk Wetboek voor overige arbeiders kent, als in artikel 69A bijzondere instrumenten voor letterlijk: ‘ONTSLAG WEGENS SANERING VAN DE STAATSDIENST’.

Eerst als NPS-familie, toen als Pendawa Lima-familie en thans als Eerste Familie van de Pertjajah Luhur, heeft het institutioneel geheugen van de Somohardjo-dynastie een langere geschiedenis met het ministerie van Binnenlandse Zaken, de dienst Algemene Zaken en gerelateerde personeelszaken en -aangelegenheden, dan dat sommige van deze instituten, staatkundig zelfs bestaan. Laat het daarom over aan de prins en actieve telg uit de politieke dynastie, die thans het ministerie van Binnenlandse Zaken aanvoert en de politieke beweging de 21e eeuw in moet leiden, om van de populaire roep om sanering een politieke show van vaardigheid, kennis en daadkracht te maken en dat, afzonderlijk en tegen de stroom van het systeem in, voor het oog van camera’s en de oren van microfoons te doen. De veldrapportages van Ceasar in Galië of Churchill tijdens de Eerste Wereldoorlog, verbleken bij de eigen geschiedschrijving waar Somohardjo zonder curriculum vitae de windmolens van dubbele salarissen en spookambtenarij te lijf gaat.

Eerst was er het spektakel van herregistratie en verificatie van documenten, waarin eenvoudige landsdienaren, die in veel gevallen nooit een schriftelijke beschikking ontvangen, in lange rijen en de felle zon, moesten gaan bedelen voor verworvenheden, beslecht op een politiek niveau ver boven hun dagelijkse begrip of bezigheid. Daarna was er de openbaring van beleidsadviseurs, zonder acht op privacy van de personen waar het om ging of uitfilteren van gevallen, waar beschikkingen in compensatie op betaalachterstanden waren uitgegeven.

Tussendoor raakte de spreekwoordelijke geldtrommel met een half miljoen SRD in contanten nog even kwijt en hoorden wij daar nooit meer iets over.

Maar na bijna drie jaar hakken met de botte bijl tegen weerloze ambtenaren, is de spoorloze spaarder weer ten tonele verschenen: 600 spoken zijn op straat geknikkerd, terwijl na 7000 brieven er straks duizenden dubbele salarissen, de schatkist niet meer zullen verlaten. Wanneer straks is, om hoeveel doublures het gaat of welk bedrag (volgens de minister ‘miljoenen’, wat taalkundig kan variëren van 2 tot 999), is niet vermeld.

Saillant is dat een andere politicus met een geschiedenis van vijf termijnen als minister van Binnenlandse Zaken, vanuit de oppositiebanken een kritischere noot aanslaat. Concreet wist hij te becijferen dat 5177 aangenomen zouden zijn sedert het aantreden van de regering in 2020. Frapant is dat de regering niet alleen een ambtenarenstop, maar een sanering ten doel had gesteld.

Daarnaast is in iedere staatsbegroting de personeelslast omhoog gegaan. Het schijnt dus dat de miljoenen besparingen van de prins net als de sanering, vooralsnog voornamelijk aan schijnbewegingen in het politiek theater opgedragen moeten worden.

R.B.

More
articles