In oktober 2023 heeft het lid A. Gajadien, fractievoorzitter van de VHP, een initiatiefvoorstel ingediend om dividendbelasting aan drie categorieën van belastingbetalers ‘achterwege te laten’. In de laatste week van november is behandeling in commissieverband geagendeerd.

Het is bekend dat het lid als voorzitter van de Commissie van Rapporteurs van de Wet Belasting Toegevoegde Waarde als actieve verloskundige de wurgende navelstreng die nu meerdere productie en agrarische sectoren verstrengeld, ongeknipt om de keel heeft laten zitten.

De drie categorieën die het lid nu wenst te ontzien, zijn niet Surinaamse productiebedrijven, Surinaamse arbeiders of Surinaamse consumenten, maar concreet:

(1)         beleggingsmaatschappijen gericht op speculatie (verwoord als: “welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend de verkrijging, het bezit, het beheer en de vervreemding van effecten tot doel);

(2)         kort verwoord houdstermaatschappijen;

(3)         kort verwoord: grootaandeelhouders.

Dit zou Suriname ten goede komen, om ‘het ondernemers-en vestigingsklimaat te verbeteren’. De wetgeving zoals nu verwoord, is echter een welkomstmat voor speculatie in effecten, zonder bijdrage aan de schatkist, doorsluisen van winsten van bestaande bedrijven en bestaand vermogen en het buitensluiten van kleine aandeelhouders, partnerschappen of deelnemende werknemerspakketten in de compensatie voor arbeid.

Kapitaal en met name groot en buitenlands kapitaal, wordt hiermee verstevigd, bestendigd en bevoordeeld, waar de politieke beweging waar het lid toe behoord, consistent gepredikt heeft dat de brede schouders de zwaarste lasten zouden en moeten dragen.

Laat het niet verloren gaan aan de lezer, dat het de hamer van deze fractievoorzitter en commissievoorzitter gepasseerd heeft, dat cambiohouders en casino’s niet slechts een, maar twee keer de dans ontsprongen zijn, als het op BTW aankomt.

Laat het ook niet verloren gaan aan de lezer, dat de minister van Financiën, datzelfde wetsproduct bewapent en op zijn strepen staat tegen ambtenaren en arbeiders, voor behoud van hogere kosten in huishoudens, zogezegd om de lonen van de overheid te kunnen betalen. Ondanks het feit, dat er nog geen compleet begrotingsjaar verstreken is, met de BTW-regelgeving in werking en dus daarmee toegegeven zou moeten worden, dat BTW-opbrengsten als afdichtmiddel voor een niet dekkende begroting door de partij van de initiatiefnemer zijn ingezet.

De lang beloofde herziening van belastingschijven, die de gewone Surinamer, de werkende man en vrouw en het klein- en middenbedrijf, ademruimte kon bieden, is voor de initatiefnemer, noch voor de minister, prioriteit geweest. Prioriteit komt toe aan wetgeving die het super kapitaal in de watten legt, vrijstelt van de internationaal gangbare meest basale vorm van belastingen en tot overmaat van ramt, de keuze van speculatie, boven productie, vereeuwigt.

De Nationale Assemblee als geheel, weet ook nog op ongekende wijze, binnen een maand na indiening, commissievergaderingen op te starten en te agenderen, terwijl wetgeving betreffende de openbaarheid van bestuur en tal van andere onderwerpen, gericht op bescherming van de grondrechten en van het financieel huishouden van de burger, onder dikke lagen stof belanden.

De ter zake deskundigen, de Surinaamse Federatie van Belastingadviseurs, noemen het initiatief dan ook: een rechtstreeks affront naar de belastingbetaler toe. En treft daarmee de kern van het onderwerp.

A.A.