BRAIN DRAIN PAIN

Ontwikkelde landen behouden hun voorsprong op ontwikkelingslanden door hun rijkdom te gebruiken om de beste kenniswerkers aan te trekken. De schade voor de ontwikkelingslanden raakt de ontwikkelingslanden dubbel. Niet alleen is er een verlies aan kwaliteit van het beschikbare talent. Er is een concreet verlies aan kennis, vooral in het geval van middenkader. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), als agentschap van de Verenigde Naties, heeft voor analyse van kennismigratie die in meest negatieve vorm voor landen als Suriname, neerkomt op een verstikkende en verlammende brain drain, de zogenaamde zes R’s geïdentificeerd, welke Engelstalig neerkomen op: Return (terugkeer), Restrictie (uitreisverbod), Recruitment (recruteren), Reparation (compensatie), Resourcing (diaspora beleid) en Retention (behoud van talent in eigen land). De Nederlandssprekende landen en gebieden profiteren sinds jaar en dag immens van iedere recessie of crisis in elkaars landen, door kennismigratie. Dertien jaar aan teruglopende opties voor kenniswerkers in Suriname, heeft geleid tot een enorme vlucht van ontwikkeld personeel van midden en hoog kader, op het gebied van onderwijs, zorg en zakelijke dienstverlening.

Omgekeerd worden in verschillende Surinaamse organisaties, diepe kraters achtergelaten, wanneer leidinggevend en deskundig personeel de organisatie verlaat. Institutionele kennis en geheugen gaan verloren, de daadkracht van de organisatie loopt terug, het herleiden van vervanging en vormen van jonge krachten, loopt onherstelbare onderbrekingen op. De regering heeft geen beleid gevormd op het gebied van de twee R’s die aan het thuisland gelegen zijn, namelijk het verbieden van uitreizen en het behoud van talent in eigen land. Een uitreisverbod zou zich ook niet met onze grondwet en onze economische vrijheden en lidmaatschap met internationale organisaties verhouden. Een behoud beleid mag echter wel degelijk verwacht worden. Ook een diasporabeleid, van een regeringspartij die de gehele verkiezing op de bijdrage van diaspora, financieel en qua opbouw heeft gestoeld, is halverwege de regeertermijn, niet te veel gevraagd. Terugkeer van Surinaamse studenten, de eerste lek in de beschikbare talent pool, wordt met geen enkel recruteringsmiddel aantrekkelijk gemaakt. Omgekeerd wordt toegelaten dat Nederland en België actief en gericht dit fenomeen in de hand werken met wettelijk vastgelegde kennismigratieregelingen en zelfs vanuit overheidsinstanties en overheidsdeelnemingen, actieve recruteringscampagnes. Zonder protest of repercussies in ons internationaal beleid naar deze landen toe. Qua internationaal beleid is het merkbaar, dat personeel van grote staatsbedrijven, systeembanken, ziekenhuizen en zelfs multinationals, het doelwit zijn geworden van een agressief wervingsbeleid van zowel commerciële marktpartijen die vallen onder nationale regelgeving en toezicht, van de staten, overheid en ngo’s, zorginstellingen als onderwijsorganisaties uit die landen. De laatste groep valt direct of indirect binnen de beleidssfeer van de landen zelf. Het is hoog tijd, dat de regering beleidsinitiatieven formuleert, nationaal, diplomatieke doelstellingen formuleert, internationaal, de geldende regelgeving toepast, aandringt op de context van ILO’s analyse en bevordering context en in communicatie treedt in de diasporagemeenschap voor het beter putten uit de beschikbare resources, om kenniswerk, kenniswerkers en kennis, te verwelkomen in Suriname, behouden in Suriname en te trekken naar Suriname.

 

A.A.

More
articles