Minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie (JusPol), sprak gisteren namens de clusterministers en anderen op een spoedpersconferentie over de mijnramp die op 20 november heeft plaatsgevonden in het Matawai-gebied. Er werden condoleances betuigd aan de Surinaamse gemeenschap en dank uitgebracht aan de steun die zowel nationaal als internationaal werd ontvangen. Tot nu toe zijn er veertien lichamen geborgen, waarvan er twaalf werden geïdentificeerd. Eén persoon was met verwondingen in het ziekenhuis opgenomen, doch later overleden.

Amoksi sprak zijn waardering uit voor de inzet van de veiligheidsdiensten, waaronder het Nationaal Centrum voor Rampenbestrijding (NCCR), het Nationaal Leger (NL) en een Frans Surge en Rescue Team, dat binnen twaalf uur reageerde op een verzoek van de Surinaamse regering om hulp bij reddingsoperaties. Ook merkte Amoksi op, dat de inzet van Defensie en de districtscommissarissen (dc’s) gericht was op het vergroten van de zichtbaarheid en veiligheid in het gebied, “aangezien het rechtsgevoel is geschokt en het gevoel van veiligheid aangetast”, aldus de minister.

Amoksi en anderen, waaronder de dc’s Ludwig Mendelzoon en Walter Bonjaski, hebben inmiddels gesprekken gevoerd met de traditionele autoriteiten en de porknockers (goudzoekers) in het gebied om samen te werken en zo de emoties in het gebied, te kalmeren.

Tot in de vroege ochtend waren Mendelzoon en Bonjaski nog bezig met het voeren van overleg tussen Saramaccaners en leden van de Matawai stam en volgens beiden was het niet gemakkelijk de situatie onder controle te krijgen. Minister Amoksi zei dat er samengewerkt zal worden met de traditionele autoriteiten om overleg te hebben met de nabestaanden en om zo gezamenlijk te werken aan een oplossing.

Zo beloofde hij te pleiten bij Sociale Zaken voor financiële steun aan de nabestaanden en anderen.

Amoksi vertelde ook, dat enkele uren voor de ramp, er nog gesprekken zijn gevoerd met het goudontginningsbedrijf Zijin/Rosebel Gold Mines over de veiligheid in het werkgebied van het bedrijf, en dat hij kort daarop te horen kreeg, dat er sprake was van een ramp in het mijnconcessiegebied. Hij riep de porknockers op om in het belang van hun eigen veiligheid, het gebied te verlaten. Ook deelde hij mee, dat de Ordening Goudsector (OGS) zich gaat heroriënteren op haar werkzaamheden, tevens gaat de vicepresident de dienst aansturen, en de OGS versterken met de justitie en de Belastingdienst. Ook gaat de politie nauw samenwerken met de OGS om te komen tot verscherping van de veiligheid in het gebied.

Kolonel Jerry Slijngaard van het NCCR, zei dat ze in actie kwamen nadat er contact door minister Amoksi werd gemaakt en hem op hoogte stelde van het gebeuren. Ook werd gelijk contact opgenomen met dc Bonjaski om naar het gebied te gaan. “Bij aankomst op de plaats van de ramp was de situatie grimmig en het was moeilijk om de orde te herstellen”, aldus Slijngaard. “Met medewerking van de dc’s van respectievelijk Sipaliwini en Brokopondo, werden de gemoederen bedaard en kon het bergingswerk van de slachtoffers aanvangen”, aldus Slijngaard.

Met goed leiderschap van zowel Mendelzoon als Bonjaski en het bepalen van wie de leider van de eenheid op de plaats van het incident was, konden de verhit geraakte personen aldaar uiteindelijk gekalmeerd worden, ‘’en konden de autoriteiten hun werk uitvoeren”, aldus Slijngaard.

Op de vraag van De West aan defensieminister Krishna Mathoera of de veiligheid in het concessiegebied van Zijin/Rosebel Goldmines verscherpt kon worden, zij de minister dat volgens haar dat niet mogelijk is, vanwege het beperkte personeel en de uitgestrektheid van het gebied.

Ook was Mathoera van mening dat het gebruik van drones slechts informatie zou verschaffen, maar de uitgestrektheid van het gebied de veiligheidscontrole zou bemoeilijken. Minister Amoksi voegde eraan toe, dat met Zijin wel alle mogelijkheden bekeken kunnen worden. “Ook kan overwogen worden of veiligheidstrainingen, (zoals bij off shore Staatsolie) van illegale goudzoekers op de concessie van het bedrijf kunnen plaatsvinden’’, aldus Amoksi.

De aanwezige clusterministers en anderen waren van mening, dat acties na de mijnramp in het Matawai-gebied ertoe hebben geleid, dat er thans wordt gewerkt aan het verder zoeken naar slachtoffers en het beveiligen van het gebied. Er werd dankbaarheid uitgesproken over de steun en inzet van zowel nationale als internationale rampenbestrijdingsteams, terwijl er ook wordt gestreefd naar het herstellen van de orde in het gebied en het bieden van steun aan de nabestaanden.