Auteur Evert G. Gonesh, tijdens diens lange publieke en diplomatieke carrière bekend onder de naam Azimullah, heeft een diepgaande en toch toegankelijke tweetalige beschouwing gepubliceerd over het grensgeschil tussen Suriname en het buurland Guyana.
Met een start in de historisch gedeelde koloniale context en een voorwoord van de huidige minister van Buitenlandse Zaken Internationaal Business en Internationale Samenwerking, neemt Gonesh de lezer op een goed onderbouwde vogelvlucht die uit meer bestaat dan de bekende literatuurbronnen en -verwijzingen over het onderwerp.
Het ideologisch vertrekpunt, namelijk het erfgoed van kolonisatie waarmee voormalige territoria geconfronteerd en soms achtergehouden worden, in een wereld waar gezamenlijke ontwikkeling de focus is van voormalige kolonisatoren, is te proeven in de ondertoon bij hoofdstukken die de Nederlands-Britse relatie over het onderwerp belichten en in de afsluitende verkenning van de bouwstenen voor een levensvatbaar en vruchtbaar compromis.
De internationale actualiteiten in het Gaza-gebied en de Zuid-Chinese wateren, zijn als achtergrond voor het moment van publicatie, een waarschuwend refrein. Te meer in tijden waarin steeds meer internationale aandacht uitgaat naar de fossiele natuurlijke hulpbronnen, met een blik op het Guyana schild als geologisch fenomeen en exploitatiegebied, meer dan als staatkundig obstakel met onderlinge spanningen.
Zonder te vervallen in droog juridisch legalisme, houdt Gonesh de lezer in diverse paragrafen en met meer afstand dan in de meer bestuurlijk – historische passages, voldoende van het verloop voor, om een beeld te vormen, van waar beide staten staan op dit moment, voorzien van de meest treffende citaten, bijlagen en bronverwijzingen. Rechtsgeleerden kunnen het werk dan ook als trampoline naar een diepere verkenning toepassen voor verder wetenschappelijk werk.
De keuze om in zowel de Nederlandse als de Engelse taal het werk beschikbaar te stellen, is een verder verlengstuk van een carrière van inspanning, bijdrage en bruggen bouwen. Het nodigt de beleidsmakers aan beide zijden van de Corantijnrivier uit, om aan de hand van feiten, context en besef, de keuzes te maken die voor de regio en de burgers, bloei en ontwikkeling kunnen brengen uit een bij tijd en wijle uitzichtloos donkere situatie.