De regering heeft naar aanleiding van het verloop van de gesprekken met de verschillende vakbonden, een communiqué doen uitgaan, waarin zij stelt verbaasd te zijn over de huidige opstelling van de verschillende vakbonden, aangezien er geen sprake is van enig arbeidsconflict en partijen met elkaar in overleg zijn. ‘’President Chandrikapersad Santokhi is de afgelopen maanden in overleg getreden met verschillende vertegenwoordigers van vakbonden, samen met een clusterteam van ministers, het Onderhandelingsorgaan (OO), de ondervoorzitter van de Staatsraad, vertegenwoordigers van De Nationale Assemblee, de Belastingdienst, en diverse deskundigen.’’
De regering roept daarom de gezamenlijke vakbonden op tot normalisatie en verdere dialoog, en niet het pad op te gaan van onrust en ontregeling van het dagelijks leven. “De acties veroorzaken schade aan de economie, en aan het onderwijs en de gezondheidszorg. Ze brengen verder de inkomsten, en daardoor het nakomen van verplichtingen door de staat, in gedrang. Naar aanleiding van de motie van 13 november 2023 zal de regering de gezamenlijke vakbonden wederom uitnodigen voor verdere dialoog.”
De regering stelt voorts dat zij in de afgelopen periode moeilijke, maar noodzakelijke maatregelen heeft getroffen om de economie te herstellen. “Die hebben de koopkracht aangetast. Waar mogelijk zijn maatregelen getroffen tot leniging van de noden, zeker voor kwetsbare groepen. Verwezen kan worden naar de substantiële verhoging van alle sociale uitkeringen, het optrekken van de belastingvrije grens voor lonen van SRD 240 naar SRD 7.500 per maand, nieuwe opvangmaatregelen voor kwetsbare groepen en additionele toelagen op de salarissen van ambtenaren en aan hen gelijkgestelden. Daarnaast worden diverse forse subsidies van onder andere elektriciteit, kookgas en bustransport aangepast en gecontinueerd.’’ De regering geeft aan voortdurend en constructief in overleg te zijn met vertegenwoordigingen van bedrijfsleven en vakbeweging, ‘’om daar waar mogelijk, verder tegemoet te komen, binnen de grenzen van wat haalbaar is’’. Er zijn ook afspraken gemaakt voor toelagen in de gezondheidszorg en aan de veiligheidsdiensten.
Overleg
Tijdens een overleg op 26 september 2023 werd door de vertegenwoordigers van de vakbonden aan de regering voorgelegd dat de koopkracht van verschillende delen van de samenleving is gedaald. In dat verband werd gevraagd of er gekeken kan worden of de BTW op brandstof en nutsvoorzieningen kan worden aangehouden, of gestreefd kan worden naar een meer evenwichtige spreiding van de belastingdruk, en of een voorstel van de Commissie Evaluatie BTW tot aanpassing van de BTW-wet in overweging kan worden genomen.
De president heeft tijdens de verschillende overlegmomenten steeds aangegeven, begrip te hebben voor de standpunten van de verschillende vakbonden. De president heeft in het kader hiervan, de minister van Financiën en Planning, gemandateerd om namens de regering na te gaan op welke wijze zij de vakbonden tegemoet zouden kunnen komen. Hierbij is een motie van de verschillende vakbonden d.d. 8 november 2023 die aan de president was overhandigd, aan de orde gekomen.
De onderwerpen die door de verschillende vakbonden zijn besproken, hebben betrekking op beleidsaangelegenheden, welke gericht zijn op de initiatiefwet tot wijziging van de BTW-wet d.d. 5 september 2023. De regering heeft aan de vakbonden, ook na goedkeuring van de wet, alle ruimte geboden tot constructieve bijdragen en aanpassingen. Tijdens de overlegmomenten die de vakbonden hadden met de minister van Financiën en Planning, het clusterteam van ministers, het Onderhandelingsorgaan en de Belastingdienst, is hen aangegeven, dat hun voorstel van 19 oktober jl. tot integrale wijziging van de BTW-wet, de zogenaamde Omni-buswet, een niet werkbaar document is dat de belastingdruk niet zal verlichten, en waarin er juist voorstellen worden gedaan tot ongewenste verhogingen van de BTW voor basisgoederen en medicijnen.
Voorts gaf de minister van Financiën en Planning bij herhaling aan, dat de BTW op brandstof niet kan worden teruggedraaid, omdat de inkomsten nodig zijn om noodzakelijke staatsuitgaven te kunnen garanderen, zoals de uitbetaling van salarissen, pensioenen, sociale uitkeringen, medische voorzieningen en de subsidies op kookgas en elektriciteit.
Ten aanzien van de overige voorstellen van de verschillende vakbonden tot het aanhouden van BTW op nutsvoorzieningen en het verhogen van de koopkracht, heeft de minister van Financiën en Planning de navolgende voorstellen gedaan:
- Het aanhouden van de uitvoering van de BTW op stroom, water en kookgas voor een periode van acht maanden tot en met juni 2024 of eerder met gelijktijdige koppeling hiervan aan integrale wijziging van de BTW wetgeving, waarbij alle evaluaties zullen worden betrokken van onder meer het bedrijfsleven, de vakbeweging en andere nationale en internationale organisaties.
- Ten aanzien van verhoging van de koopkracht is door de minister van Financiën en Planning het voorstel gedaan tot:
- aanpassing van de belastingschijven die per 1 januari 2024 zullen ingaan, waardoor de koopkracht zal worden verhoogd voor werkers in de publieke en private sector en tevens voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf.
- het treffen van voorzieningen voor ambtenaren en aan hen gelijkgestelden die vallen onder de belastingvrije grens van SRD 7.500, waardoor ook voor hen verbetering van de koopkracht merkbaar zal zijn.
Op zaterdag 11 november 2023 hebben de vertegenwoordigers van de verschillende vakbonden aangegeven, deze voorstellen van de minister van Financiën en Planning te zullen presenteren aan hun leden en de minister hieromtrent nader te zullen informeren.
Nadrukkelijk wordt vermeld dat met de vertegenwoordigers van de verschillende vakbonden, een goede en constructieve dialoog is geweest om te komen tot een werkbaar voorstel, waarbij partijen in harmonie uit elkaar zijn gegaan. Op generlei wijze is de indruk gewekt dat er een conflict zou zijn tussen partijen.