GEEN BLAD VOOR DE MOND NEMEN

Het werk dat de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) verricht, kent bijna geen weergave in een vakorganisatie. De mate van organisatie, publicatie en maatschappelijke betrokkenheid, evenals de participatie van het niveau van deelnemers in het bestuur en aan de jaarlijkse evenementen, streeft voorbij aan menig for-profit organisatie. De illustere geschiedenis brengt ook met zich mee, dat zowel haar leden, als de vereniging zelf in de eerdere wederopbouw van Suriname, een actieve rol vervuld hebben in de jaren ‘90.

De vereniging en haar bestuursleden en gewezen bestuursleden waren een kanarie in de verder vergiftigende koolmijn van de Bouterse-Adhin-Hoefdraad-nadagen en het is mede dankzij hun gedeelde inzichten en bij tijd en wijle zelfs activisme, dat in 2020 een ommekeer in politieke richting bewerkstelligd kon worden.

De toenmalige voorzitter Winston Ramautarsing, thans nog bestuurslid en actief publiek commentator, vond zichzelf onlangs te gast bij Wayne Telgt in het programma To The Point, vergezeld door oud-minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning en het huidig hoofd Afdeling Financiële Markten CBvS, de heer Sanjay Gaurisankar. Daar herhaalde Achaibersing met regelmaat uit naar zijn medegast.

Bokspromotoren kennen het adagium ‘Styles Make Fights’ en het debat op de late oktoberavond tussen twee van de meest betrokken economische breinen dat zich aftekende, had gezien het viraal karakter achteraf, een stukje magie in zich. Van een gevecht kan tussen twee intieme kennissen misschien niet gesproken worden, maar de ontwikkelingseconoom Ramautarsing en de pragmaticus Achaibersing namen geen blad voor de mond. Waar Ramautarsing een beheersing van narratief, theorie en de wel geoliede machine van VES tot een ongekend nationaal vertrouwen in zijn authenticiteit heeft weten te slijpen, schoof Achaibersing als planmatig methodoloog aan, met rust, kalmte, formaliteit en een choreografie. Die choreografie bestond uit een persoonlijke onthulling (de rol van Ramautarsing in zijn rekrutering), decor (het fysiek meenemen van plannen en documenten die het argument al dan niet ondersteunden) en een sluitstuk van bijval uit vrijwel iedere hoek die de ontwikkelingsrichting ondersteunde. De gastheer besteedde een welwillend gedeelte van het sluitstuk aan de ene financiële topper na de andere bij naam noemen, in ondersteuning van de lijn van argumentatie zijdens Achaibersing. De indruk zou kunnen bestaan, dat Ramautarsing op een ongelijk afstevende. Maar dat zit meer dan een kink in het theatergordijn aan. Economie is geen populariteitscontest en koopkracht en wisselkoersen, geen debatprijs.

Over en weer werd elkaar politiek en populisme verweten en de vlag om te bemachtigen was voor eigen beheer, telkens de titel van technocraat. Er waren echter, de kalmte ten spijt, onderdelen in wat Achaibersing presenteerde, die in daglicht een verwrongen karakter aannamen. Niet de minste daarvan, was zijn visie op inflatie en zijn ontkenning van monetaire financiering.

Het blijven aandringen op het verschil tussen begrotingstekort en financieringstekort, veroordeelt een budgettair en solvabel wankele overheid, tot meevallers en goed nieuws, dat ten tijde van een begroting nog niet op de horizon zichtbaar is. De semantiek op de operatietafel leggen was stilistisch misschien een interessante keuze, maar versterkt op geen enkele wijze de overheidsfinanciën of de kwaliteit van het gevoerd beleid.

Tot slot positioneerde een berekende gok van Achaibersing hem in contrast tot Ramautarsing. Achaibersing herhaalde, een eerder uitgangspunt, namelijk als zou het VES-bestuur zijn leden die niet de visie of standpunten van het bestuur ondersteunen, vertegenwoordigen op een wijze die niet van draagvlak getuigde. Ramautarsing, als goed bestuurder en als goede vriend, is aangewezen op de vertrouwelijke uitspraken, die in wandelgangen en vrees voor rancune in ondersteuning voor het werk van het bestuur, gedeeld worden en werden. Hij had namen kunnen noemen en voorbeelden kunnen schetsen, maar heeft de authenticiteit en anonimiteit van zijn bronnen bewaakt, boven het belang om over te komen als een breed gedragen bestuurder of populaire vertegenwoordiger. Het dividend zijdens Achaibersing, werkte in concert met de barrage aan ondersteunende berichten uit het economisch circuit, door de gastheer voorgedragen, qua beeldvorming in het voordeel van de ex-minister.

De geboeide kijkers werden de volgende ochtend wakker met de koers, benzineprijzen, energietarieven, waterleiding, telecom en basisgoederen allen nog steeds ver voorbij het niveau sinds het aantreden van de welbespraakte beleidsman, alle flair en drama ten spijt.

A.A.

More
articles