Suriname zal oliemaatschappijen niet toestaan rente te vragen over investeringen

Terwijl Suriname zich opmaakt voor de ontwikkeling van zijn eerste diepwaterolieproject met de Franse multinational Total SA, heeft de overheid duidelijk gemaakt, dat er verschillende kosten zijn die Total, of welke oliemaatschappij dan ook, niet mag verhalen. Rente op leningen is zo’n kostenpost. In Guyana is de situatie heel anders vanwege de Production Sharing Agreement uit 2016 voor het Stabroek-blok, waardoor ExxonMobil en zijn partners 100 procent van de rente op hun investeringen terug kunnen krijgen. Verschillende internationale organisaties, zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF), hebben Guyana gewaarschuwd voor het misbruik dat kan plaatsvinden als bedrijven 100 procent van de rente op hun investeringen mogen terugkrijgen. Het IMF waarschuwde in onafhankelijke rapporten zelfs dat Guyana, als beschermende maatregel, de rente die voor herstel is toegestaan, moet beperken.

In een rapport uit 2018 zei het IMF dat “de behandeling van de rentelasten in de Stabroek Block PSA zeer genereus is en een belangrijke bron van mogelijke inkomstenlekken vormt”. Het IMF zei zelfs dat het verschillende scenario’s heeft onderzocht die illustreren hoe “buitensporig of misbruik” oliemaatschappijen kunnen zijn bij het gebruik van leningen om olieprojecten te financieren.

Het IMF zei dat het drie scenario’s heeft onderzocht, waarvan er één uitging van 75 tot 100 procent van de ontwikkelingskosten voor de Liza One- en Liza Two-projecten in het Stabroek-blok, gefinancierd door leningen met een terugbetalingsperiode van meer dan tien jaar en een rente van 10 procent.  Het IMF zei dat het inkomstenverlies zou kunnen oplopen tot 2,6 miljard dollar. Een dergelijke praktijk kan volgens het IMF een “nadelige impact” hebben op de overheidsinkomsten. De financiële instelling wilde ook graag het unieke karakter van de Stabroek-blok PSA benadrukken, in die zin dat het de terugvordering van rente als kostenpost mogelijk maakt, ongeacht waar de financiering vandaan komt. Het betekent dus dat ExxonMobil Corporation, in plaats van gebruik te maken van een bank of andere traditionele bronnen, haar dochteronderneming (ExxonMobil Guyana Limited) in het Stabroek-blok leningen kan verstrekken, rente in rekening kan brengen en deze zonder zorgen kan terugvorderen.

Terwijl de Stabroek-blok PSA stelt dat de rentetarieven die door Exxon worden gebruikt ‘markttarieven’ zouden moeten zijn, waarschuwde het IMF dat de autoriteiten zich niet moesten laten meeslepen, aangezien dit een vage term is. Omdat in het contract niet expliciet wordt gedefinieerd wat wordt bedoeld met ‘markttarieven’, zinspeelde de instelling erop dat oliemaatschappijen de speelruimte hebben om deze definitie op te rekken om in haar belang aan te passen. Bijna zeven jaar lang heeft Kaieteur News zowel ExxonMobil Guyana Limited als de regering van Guyana uitgedaagd om het publiek te informeren over de rente die Guyana moet betalen op de investeringen van Exxon in het Stabroek-blok. Beide partijen hebben geweigerd deze krant en bij uitbreiding de natie de feiten te verstrekken. Tot op heden heeft Exxon vijf gesanctioneerde projecten in het Stabroek-blok met een waarde van meer dan 40 miljard dollar. Exxon mag onbeperkte en onbekende rentetarieven op deze beleggingen in rekening brengen.

Bron: Kaieteur News

More
articles