‘Geen ontbossing op grote schaal bij vestiging Mennonieten’
Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, benadrukte gisteren tijdens een persconferentie, dat duidelijk is dat de Mennonieten die zich in Suriname komen vestigen, grote arealen aan grond nodig zullen hebben. Ramdin verduidelijkte dat de regering heeft ingestemd met de komst van 50 gezinnen die uitsluitend voor agrarische doeleinden naar Suriname afreizen. Het akkoord dat aan de Mennonieten is gegeven, is op basis van een proefperiode van drie jaar. Er zijn volgens de minister op agrarisch gebied positieve ervaringen met Mennonieten voor wat betreft de productie en export van landbouwgewassen. De minister benadrukte dat de Mennonieten geen grond krijgen van de regeringen. ‘’Ook hebben ze geen hulp van de regering nodig. Alles is op basis van eigen investeringen. De voorbereidingen zijn gaande‘’, zei Ramdin. De bewindsman zei, dat de regering ook niet zal toestaan dat er op grote schaal wordt ontbost. Volgens Ramdin zijn de Mennonieten momenteel in overleg met de gemeenschappen voor grond, in het westen en het Brokopondogebied. ‘’De grondenrechten van inheemsen en tribale volken zijn nog niet in kannen en kruiken. Dus zal er op basis van de uitkomst van het overleg tussen de Mennonieten en de lokale gemeenschappen, bekeken worden om waar mogelijk te faciliteren‘’, aldus Ramdin. Hij wees erop dat er geen complicaties moeten gaan ontstaan tussen de inheemsen, de tribale volken en de Mennonieten.
‘’Dit zijn precies de zaken die goed overwogen moeten worden. Waar mogelijk zullen we ze faciliteren.’’
Ramdin: ‘’Ons is gezegd dat ze de overheid niet nodig hebben. Zij zullen met de lokale bevolkingen afspraken maken over het gebruik van land.‘’ De bewindsman verduidelijkte dat aan de Mennonieten is meegedeeld, dat zij zelf voor de nodige faciliteiten en grond zullen zorgen.