INVESTEERDERS GEZOCHT VOOR BAUXIETINDUSTRIE

In zijn jaarrede sprak president Chandrikapersad Santokhi zijn verwachtingen uit over het Bauxiet Instituut Suriname, dat volgens hem weer een prominente plaats zou moeten innemen in het economisch bestel. Volgens het staatshoofd kijkt de commissie Ontwikkeling West-Suriname Bakhuis Bauxiet, ook uit naar het aantrekken van investeerders voor dit decenniaoude project. “De bedoeling is om dit jaar nog een Request for Expression of Interest de wereld in te sturen, waarop bedrijven en consortia kunnen reageren. Het Bauxiet Instituut Suriname speelt een belangrijke rol in het verzamelen van data, informatie, en andersoortige gegevens om deze activiteiten in te vullen, om de drempel te investeren in West-Suriname, zo laag als mogelijk te maken”, aldus Santokhi. Een aparte uitspraak, die blijk geeft niet veel begrip te hebben van economische wetmatigheden. De bauxietindustrie anno 2023 lijkt heel weinig op de industrie die de regering waar hij deel van uitmaakte en de assemblee waar hij zitting innam, naar de ondergrenzen van winstgevendheid geduwd heeft.

De presidentiële werkgroep, welke als taak heeft het realiseren van investeringen voor de ontwikkeling van de West-Suriname Bakhuis bauxietreserves, is op 8 augustus door president Santokhi ingesteld. De werkgroep is voor een periode van negen maanden ingesteld en bestaat uit vertegenwoordigers van de ministeries van Natuurlijke Hulpbronnen (NH), Openbare Werken (OW), en Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) en specialisten. Als het gaat om de bauxietindustrie in ons land, zijn wij echt grappenmakers. Als we serieus zijn over bauxiet, dan had de Alcoa-onderhandelingsgroep moeten onderhandelen om de raffinaderij van Paranam over te nemen. Eerst had er een technische en feasibility studie gedaan moeten worden over een mogelijke overname van de raffinaderij. Het onderhandelingsteam heeft geen enkele studie laten uitvoeren, tenminste indien dat wel zo is geweest, dan is die nooit gedeeld. Wij vragen ons af, waarom er nooit een milieustudie is gedaan van 100 jaar milieuschade door deze operatie. Ook niet hoe die zogenaamde uitgemijnde gebieden hersteld moeten worden. Dit zijn allemaal zeer belangrijke aspecten als wij überhaupt nog overwegen om weer te starten met de bauxietindustrie.

De CEO van Staatsolie, Annand Jagesar, haalde vorig jaar tijdens de Suriname Energy, Oil & Gas Summit & Exhibition (SEOGS) aan, dat er al plannen waren voor het wederom opzetten van een gezamenlijke bauxiet-aluminiumindustrie. Het eerste onderzoek is door consultants (voormalig Alcoa) onthuld. Het gebruik van 30% Tarakuli en 70% Bakhuisbauxiet zorgt voor een optimale Smelter Grade Alumina. Deze zullen bauxietreserves voor minimaal 50 jaar opleveren. Deze conceptstudie toont de capaciteiten voor een aluminaraffinaderij 1.600 ktpa, aluminiumsmelter 800 ktpa, Bauxiet Bakhuismijn tot 3.000 ktpa, Bauxiet Tarakuli-mijn tot 1.300 ktpa en zal 500 MMSCFD-gas verbruiken. Ook Rudolf Elias, de voormalige CEO van Staatsolie, liet vlak voor zijn pensioen zijn enthousiasme blijken en zei dat hij zich wil inzetten om het Bakhuisgebergte te ontwikkelen. Hij stelde toen al, dat de joint venture van BHP Billiton en Alcoa, voortijdig is beëindigd, nadat de voormalige regering in 2008 de afspraken rondom het ontginnen van bauxiet in het Bakhuisgebergte, annuleerde. Vooralsnog was er door Billiton en Alcoa al USD 120 miljoen geïnvesteerd voor deze joint venture. Bij deze ontwikkeling van het Bakhuisgebied is het daarom ook belangrijk dat het goed wordt gedaan, waarbij rekening wordt gehouden met het behoud van de biodiversiteit in het gebied. Dit soort voornemens zijn allemaal zeer ambitieus, maar de vraag is of wij inderdaad hebben geleerd van de fouten die in het verleden zijn gemaakt. Daarnaast kunnen de omstandigheden die Biliton en daarna Suralco zich onwelkom hebben laten voelen, namelijk onaantrekkelijke arbeidswetgeving, fiscaliteit en gebrekkige energievoorzieningen, niet het uitgangspunt blijven voor een klimaat waarin deze bedrijven of hun concurrenten, wensen te opereren. De investeerders die nu zullen komen, zijn niet dezelfde type mensen als die van 100 jaar geleden; er bestaat nu veel meer kennis en daarmee zal er gewerkt worden om op de juiste manier deze industrie op te starten. Wij kijken uit naar wat ons staat te wachten. De president heeft via zijn eigen communicatiedienst vaker laten doorschemeren, dat zijn eigen kijk op zijn grootste prestatie het (door)betalen van salarissen was. De terugkeer van een vertrokken industrie lijkt met een plan conform zijn modus operandi van vage commissies, tijdlijnen zonder gevolgen of naleving, zijdelingse betrokkenheid van parastatale instellingen, zonder een aanwijsbare leider die het slagen of falen voor zijn naam en rekening neemt, wat hoog gegrepen. Maar wat goed is voor Suriname, is altijd goed genoeg voor Keerpunt.

More
articles